Toepassing Van Antivriesmiddelen; Aanwijzingen Betreffende De Installatie En Het Bedrijf; Normen, Voorschriften En Richtlijnen; Voorschriften Olie-Installaties - Bosch Uni Condens 8000 F 145 Installatie-Instructie Voor De Vakman
Verberg thumbnails
Zie ook voor Uni Condens 8000 F 145:
- Installatie- en onderhoudsinstructies (48 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf
4.7
Toepassing van antivriesmiddelen
Chemische additieven zonder gebruikscertificaat van de leverancier mo-
gen niet worden gebruikt.
Antivriesmiddelen op glycolbasis worden al tientallen jaren in cv-installa-
ties gebruikt, zoals bijvoorbeeld het middel Antifrogen N van de firma
Clariant.
Tegen gebruik van andere antivriesmiddelen bestaat geen bezwaar, wan-
neer het product gelijkwaardig is aan Antifrogen N.
Houd de instructies van de leverancier van het antivriesmiddel. Houd de
specificaties van de leverancier betreffende de mengverhoudingen aan.
De specifieke warmtecapaciteit van het antivriesmiddel Antifrogen N is
minder dan de specifieke warmtecapaciteit van water. Om het gevraagde
warmtevermogen over te dragen, moet de daarvoor benodigde volu-
mestroom overeenkomstig worden verhoogd. Houd hiermee rekening bij
de dimensionering van de installatiecomponenten (bijvoorbeeld pom-
pen) en het leidingsysteem.
Omdat de warmtegeleider een hogere viscositeit en dichtheid dan water
heeft, moet rekening worden gehouden met een hogere drukval bij het
doorstromen van leidingen en andere installatiecomponenten.
Controleer de bestendigheid van alle onderdelen van de installatie van
kunststof of niet-metalen materialen.
5
Aanwijzingen betreffende de installatie en het
bedrijf
5.1
Normen, voorschriften en richtlijnen
Respecteer bij de installatie en het bedrijf de regels der techniek en de
lokale voorschriften en normen. Daarbij behoren:
• Het lokale bouwbesluit betreffende de opstellingseisen.
• De plaatselijke bouwbesluiten betreffende de installatie voor lucht-
toevoer en -afvoer evenals de schoorsteenaansluiting.
• De plaatselijke voorschriften betreffende schoorstenen. Minimaal
conform EN 13084.
• De bepalingen voor de elektrische aansluiting op de voedingsspan-
ning (bijvoorbeeld de VDE-, EN- en RGIE/AREI-normen).
• De technische regels van de gasleverancier betreffende de aanslui-
ting van de brander op het plaatselijke gasnet.
• De voorschriften en normen over de veiligheidstechnische uitrusting
van de waterverwarmingsinstallatie.
• De omvang van de veiligheidstechnische uitrusting moet minimaal
aan EN 12828:2012 voldoen. Wanneer lokale voorschriften nog ex-
tra eisen stellen, moeten deze worden gerespecteerd.
Voor Nederland geldt bovendien:
• Houd voor de plaatsing en het gebruik van de installatie de techni-
sche voorschriften alsmede de bouwkundige en wettelijke bepalin-
gen aan (bijvoorbeeld NEN 1078 (GAVO), NEN 3028 en NEN 1010).
5.2
Voorschriften olie-installaties
Houd voor een correcte installatie en het bedrijf van het product alle gel-
dende nationale en regionale voorschriften, technische regelingen en
richtlijnen aan.
Het elektronisch beschikbare document 6720820428 bevat informatie
over de geldende voorschriften. Voor de weergave kunt u de zoekmachi-
ne voor handleidingen op onze internetpaginagebruiken. Het adres vindt
u op de achterzijde van deze instructie.
14
5.3
Voorschriften
Houd voor een correcte installatie en het bedrijf van het product alle gel-
dende nationale en regionale voorschriften, technische regelingen en
richtlijnen aan.
Het document 6720807972 bevat informatie over de geldende voor-
schriften. Voor de weergave kunt u de zoekmachine voor documentatie
op onze internetpaginagebruiken. Het internetadres vindt u op de ach-
terzijde van deze instructie.
5.4
Goedkeurings- en informatieplicht
In sommige landen, gebieden of regio's kunnen bepaalde mededelingen,
goedkeuringen en/of vergunningen noodzakelijk zijn. Controleer voor de
installatie de toelatingseisen, zoals bijv.:
▶ Waarborg, dat de installatie van een gastoestel bij de verantwoorde-
lijke gasmaatschappij wordt gemeld en goedgekeurd.
▶ Waarborg, dat afhankelijk van de regio, goedkeuringen nodig kunnen
zijn voor het rookgasafvoersysteem en de condensaansluiting op het
openbare rioleringsnet.
▶ Waarborg, dat voor de installatie de verantwoordelijke autoriteiten
(bijv. de bevoegde schoorsteenveger) en de afvalwaterautoriteiten
geïnformeerd zijn.
5.5
Hydraulische koppeling in de cv-installatie
▶ Gebruik voor verschillend hoge bedrijfstemperaturen de beide retou-
raansluitingen RK1 (onder) en RK2 (boven).
▶ Sluit cv-groepen met lage retourtemperaturen aan op de aansluiting
RK1.
▶ Sluit cv-groepen met hoge retourtemperaturen aan op de aansluiting
RK2.
Wij adviseren voor een optimaal energiegebruik een volumestroom > 10 %
van de totale nominale volumestroom via de aansluiting RK1 toe te voeren.
De retourtemperatuur moet daarbij onder het dauwpunt liggen.
Sluit de retour aan op de aansluiting RK1, wanneer geen verschillende
retourtemperaturen aanwezig zijn.
▶ Begrens de watervolumestroom in het toestel op een temperatuur-
spreiding van minimaal 7 K.
Een begrenzing van de temperatuurspreiding kan komen te vervallen,
wanneer de installatie is uitgevoerd met een slibafscheider.
▶ Dimensioneer de pomp correct.
Hoge volumestromen en overgedimensioneerde pompen kunnen afzettin-
gen in of dichtslibben van de warmtewisselaarvlakken tot gevolg hebben.
▶ Spoel voor aansluiting van het toestel slib en vuil uit de cv-installatie.
▶ Waarborg, dat tijdens bedrijf geen zuurstof in het cv-water terecht
komt.
▶ Gebruik het cv-toestel alleen in gesloten installaties.
Wanneer het toestel afwijkend daarvan in open cv-installaties wordt toe-
gepast, dan moeten extra maatregelen worden genomen voor corrosie-
bescherming en ter voorkoming van slibvorming in het toestel.
Bovendien moeten de veiligheidstechnische inrichtingen (uitrusting en
de instellingen) worden aangepast.
▶ Neem contact op met de verkoop- of serviceafdeling van de leverancier.
Uni Condens 8000 F – 6721841566 (2022/08)
Advertenties
Inhoudsopgave
