Afdrukken vanaf een Windows-computer
Dit apparaat wordt geleverd met printerdrivers die de computer gebruikt voor communicatie met het
apparaat. Printerdrivers bieden toegang tot apparaatfuncties zoals het afdrukken op papier van
aangepast formaat, het wijzigen van documentformaten en het invoegen van watermerken.
De online Help van de printerdrivers bevat instructies voor algemene afdruktaken en beschrijvingen van
knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten in de printerdriver.
OPMERKING:
afdruktaak naar het apparaat verzendt.
Functies van de Windows-printerdriver
OPMERKING:
voorrang op de instellingen van het bedieningspaneel. De instellingen in het softwareprogramma
hebben doorgaans voorrang op de instellingen van de printerdriver.
Een lade selecteren
Selecteer als volgt in de printerdriver een lade voor de afdruktaak:
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Selecteer op het tabblad Papier/Kwaliteit de lade in het vervolgkeuzemenu Papierbron.
4.
Klik op OK.
Een uitvoerbak voor afdruktaken selecteren
Als een optionele afwerkeenheid is geïnstalleerd, kunt u als volgt in de printerdriver een uitvoerbak voor
de afdruktaak selecteren:
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Selecteer op het tabblad Uitvoer de uitvoerbak in het vervolgkeuzemenu Uitvoerbakopties.
OPMERKING:
4.
Klik op OK.
Een papiersoort selecteren
In plaats van het apparaat op te dragen een bepaalde lade te gebruiken, kunt u ook een bepaalde soort
papier opgeven waarop de taak moet worden afgedrukt. Het apparaat gebruikt vervolgens een lade die
de gewenste soort papier bevat of vraagt u de juiste soort te plaatsen.
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.
Selecteer de gewenste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
50
Hoofdstuk 2 Het apparaat gebruiken
Controleer of het apparaat staat vermeld in de lijst met printers voordat u een
De instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma hebben doorgaans
Alle geniete afdrukken worden afgeleverd in uitvoerbak 5.
NLWW