De volgende opties zijn beschikbaar in het dialoogvenster Opties voor HP digitale beeldbewerking:
●
Contrastverbetering: Verbeter de kleuren en het contrast van verbleekte foto's automatisch. Als
u op Automatisch klikt, zorgt de printersoftware dat foto's waar nodig helderder worden gemaakt.
●
Digitale flitser: Pas de belichting van donkere gebieden aan om details naar voren te brengen.
Als u op Automatisch klikt, vindt de printersoftware de juiste balans tussen licht en donker.
●
SmartFocus: Verbeter de beeldkwaliteit en de helderheid van afbeeldingen met een lage resolutie,
zoals afbeeldingen die van Internet zijn gedownload. Als u op Aan klikt, zorgt de printersoftware
ervoor dat de details van de afbeelding scherper worden gemaakt.
●
Scherpte: Pas de scherpte van de afbeelding naar wens aan. Als u op Automatisch klikt, zorgt
de printersoftware ervoor dat de scherpte van de afbeelding wordt ingesteld.
●
Verzachten: Maak een afbeelding zachter (vloeiender). Als u op Automatisch klikt, zorgt de
printersoftware ervoor dat de afbeelding automatisch zachter of scherper wordt.
De nietopties instellen
De driver configureren om de afwerkeenheid te herkennen
Als er een multifunctionele afwerkeenheid van HP is geïnstalleerd, maar de nietopties niet worden
weergegeven in de printerdriver, dient u de driver te configureren zodat de afwerkeenheid wordt
herkend.
1.
Klik achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers of Printers en faxapparaten.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Apparaatinstellingen. (Het tabblad Apparaatinstellingen is niet beschikbaar
vanuit softwareprogramma's.)
4.
Selecteer in het gedeelte voor het configureren van installeerbare opties de HP multifunctionele
afwerkeenheid en klik vervolgens op OK.
De nietopties voor elke taak instellen
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Uitvoer.
4.
Selecteer in het veld Nieten de nietoptie die u wilt gebruiken voor de afdruktaak.
5.
Klik op OK.
De kleuropties instellen
Met de opties op het tabblad Kleur kunt u regelen hoe kleuren worden geïnterpreteerd en afgedrukt
vanuit softwareprogramma's.
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Kleur.
NLWW
Afdrukken vanaf een Windows-computer
57