de maximum-, minimum- en huidige waarden te overlopen. Het registreren van een
nieuwe maximum- of minimumwaarde wordt bevestigd door een bieptoon. Om de
Max/Min modus te verlaten, gedurende 2 sec. de REC toest indrukken. De multimeter
schakelt dan over op automatische bereikkeuze. Nochtans, indien de multimeter zich in
het bereik 400mV (DC of AC) bevindt, schakelt hij over op manuele bereikkeuze.
(6)
Data Hold. Om de waarde op het scherm vast te houden. Het symbool D.H. wordt
weergegeven. Zelfs indien u de meetsnoeren uit de stroomkring verwijdert, blijft het
symbool D.H. aangeduid. Om deze modus te annuleren, de Data Hold toets opnieuw
indrukken, ofwel de Range Hold toets of de schakelaar (2) indrukken ofwel van functie
veranderen.
(7)
Draaischakelaar. Voor het kiezen van de volgende functies:
µA micro-ampères DC/AC
10A ampères DC/AC
Ω/.))) weerstand of continuïteit
(8)
De maximumstroom aan deze aansluitklem bedraagt 10A DC/AC. De klem is
beveiligd door een zekering.
(9)
Raadpleeg de handleiding alvorens de multimeter te gebruiken.
(10)
A (ingangsklem voor ampères). Het rode meetsnoer wordt met deze klem verbonden
voor stroommeting in het bereik 10A AC of DC.
(11)
COM (gemeenschappelijke klem).
verbonden voor alle metingen.
(12)
De maximumspanning aan deze aansluitklem bedraagt 600V DC/AC of 400µA
DC/AC (beveiligd door zekering).
(13)
Wees uiterst voorzichtig bij het meten van hoogspanning.
aansluitklemmen of contactpunten van de meetsnoeren niet aan.
(14)
VΩ mA µA (aansluitklem Volt, Ohm, Milliampères, Micro-ampères, Diodetest).
Het rode meetsnoer wordt met deze klem verbonden voor het meten van DC/AC
spanning, DC/AC stroom, micro-ampères DC/AC, ohm, continuïteits- en diodetest.
(15)
Om een elektrische schok of schade aan het toestel te voorkomen, de COM
ingangsklem niet verbinden met de spanningsbron van meer dan 600V t.o.v. de aarde !!!
(16)
AC. Dit symbool wordt weergegeven bij selectie van de AC functie.
mA milliampères DC/AC
V volts DC/AC
→+ diodetest
Het zwarte meetsnoer wordt met deze klem
Raak de
4