De configuratie van de stuurautomaat testen en aanpassen
1. Vaar de boot in één richting met de stuurautomaat geactiveerd (voorliggende
koers vasthouden).
De boot mag niet erg schommelen; een lichte schommeling is echter normaal.
2. Draai de boot met behulp van de stuurautomaat in één richting en kijk hoe de
boot reageert.
Als het goed is, draait de boot vloeiend; niet te snel of te langzaam.
Als u de boot met behulp van de stuurautomaat draait, moet de boot met
minimaal doorschieten en schommelen de gewenste voorliggende koers gaan
varen.
3. Selecteer een optie:
•
Als de boot te snel of te langzaam draait, stelt u de acceleratiebegrenzer
van de stuurautomaat bij
•
Als de boot bij een vaste voorliggende koers behoorlijk schommelt
of de koers niet corrigeert na het draaien, past u de instelling voor de
versterking (Gain) aan voor de stuurautomaat
•
Als de boot vloeiend draait, bij een vaste voorliggende koers niet
of nauwelijks schommelt en de koers na het draaien goed wordt
gecorrigeerd, ga dan door naar stap 5.
4. Herhaal stap 2 en 3 tot de boot vloeiend draait, bij een vaste voorliggende
koers niet of nauwelijks schommelt en de koers na het draaien goed
corrigeert.
5. Voor planerende schepen herhaalt u stap 1 t/m 4 op hogere snelheden
(pagina
12).
instellingen voor acceleratiebeperking aanpassen
OPMERKING: Als u de acceleratiebegrenzer handmatig bijstelt, moet u relatief
kleine aanpassingen doorvoeren. Test de wijziging voordat u meer aanpassingen
doet.
1. Schakel de GHP 10V in met de geavanceerde configuratieprocedure
(pagina
12).
2. Selecteer op de GHC 20 achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
Autopilot Configuration > Autopilot Tuning > Acceleration Limiter.
3. Selecteer een optie:
•
Verhoog de instelling als de stuurautomaat te snel draait.
•
Verlaag de instelling als de stuurautomaat te langzaam draait.
4. Test de configuratie van de stuurautomaat.
5. Herhaal stap 2 en 3 tot de GHP 10V naar behoren functioneert.
instellingen stuurautomaatversterking aanpassen
OPMERKING: Als u de roerversterking (Rudder Gain) of tegencorrectie
(Counter Gain) handmatig bijstelt, moet u relatief kleine aanpassingen
doorvoeren, en slechts één waarde per keer aanpassen. Test de wijziging voordat
u meer aanpassingen doet.
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer op de GHC 20 achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
Autopilot Configuration > Autopilot Tuning > Rudder Gains.
3. Selecteer een optie:
•
Selecteer Low Speed of High Speed en gebruik de pijlen op de GHC 20
om bij te stellen hoe nauwkeurig het roer de voorliggende koers
vasthoudt en bij een lage of hoge snelheid draait.
Als u een te hoge waarde instelt, kan de stuurautomaat overactief worden
en bij de geringste afwijking de koers gaan corrigeren. Een overactieve
stuurautomaat kan overmatige slijtage aan de aandrijving veroorzaken en
kan ertoe leiden dat de accu sneller leeg is dan normaal.
•
Selecteer Low Speed Counter of High Speed Counter om in te stellen
hoe nauwkeurig het roer het doorschieten bij het draaien corrigeert. Als u
deze waarde te hoog instelt, kan de stuurautomaat bij het corrigeren van
oorspronkelijke draai de boot opnieuw laten doorschieten bij het draaien.
4. Test de configuratie van de stuurautomaat.
12
(pagina
12).
(pagina
12).
(pagina
12).
5. Herhaal stap 2 en 3 tot de GHP 10V naar behoren functioneert.
Geavanceerde configuratieprocedure
Onder normale omstandigheden zijn geavanceerde configuratieopties niet
beschikbaar op de GHC 20. Om toegang te krijgen tot de geavanceerde
configuratie-instellingen van de GHP 10V moet u de geavanceerde
configuratieprocedure inschakelen.
De geavanceerde configuratieprocedure inschakelen
1. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > System
> System Information.
2. Houd de middelste schermtoets
Dealer Mode wordt weergegeven.
3. Druk op Back > Back.
Als in het scherm Setup de optie Dealer Autopilot Configuration beschikbaar
is, is de geavanceerde configuratieprocedure ingeschakeld.
Geavanceerde configuratie-instellingen
Via de GHC 20 kunt u de automatische configuratieprocedure (Autotune)
uitvoeren, het kompas kalibreren en het noorden instellen op de GHP 10V zonder
de wizards uit te voeren. U kunt ook de meeste instellingen individueel opgeven,
zonder de configuratieprocedures te doorlopen.
De geautomatiseerde configuratieprocedures handmatig
uitvoeren
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
Autopilot Configuration > Automated Setup.
3. Selecteer Autotune, Calibrate Compass of Set North.
4. Volg de instructies op het scherm.
De sea trial Wizard handmatig uitvoeren
Met de Sea Trial Wizard kunt u snel alle belangrijke configuratie-instellingen
definiëren voor de GHP 10V. Nadat u de wizard voor het eerst hebt uitgevoerd,
kunt u deze altijd opnieuw uitvoeren als u meent dat de GHP 10V niet naar
behoren functioneert. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in om de
wizard te openen
(pagina
12).
individuele configuratie-instellingen handmatig definiëren
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
Autopilot Configuration.
3. Selecteer de instellingscategorie.
4. Selecteer een instelling die u wilt configureren.
Een beschrijving van alle instellingen treft u aan in de appendix
5. Configureer de waarde van de instelling.
OPMERKING: Bij het configureren van bepaalde instellingen als onderdeel
van de Dealer Autopilot Configuration-procedure moet u wellicht ook andere
instellingen aanpassen. Lees het onderdeel met de configuratie-instellingen voor
de GHP 10V
(pagina
15) door voordat u instellingen gaat wijzigen.
gedurende 5 seconden ingedrukt.
➊
➊
(pagina
12).
(pagina
12).
(pagina
GHP 10V installatie-instructies
15).