GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Gebruik deze compressor alleen in een geaard
systeem.
▪ Schakel
de
servicewerkzaamheden aan de compressor uitvoert.
▪ Breng na de servicewerkzaamheden het deksel van de
schakelkast en het servicedeksel weer aan.
VOORZICHTIG
Draag
altijd
een
veiligheidsbril
handschoenen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
▪ Gebruik een pijpensnijder om de compressor te
verwijderen.
▪ Gebruik GEEN hardsoldeerbrander.
▪ Gebruik uitsluitend goedgekeurde koelmiddelen en
smeermiddelen.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Raak de compressor NIET aan met blote handen.
15
Opsporen en verhelpen van
storingen
15.1
Overzicht: Probleemoplossing
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen wanneer er zich problemen
voordoen.
Het bevat informatie over het oplossen van problemen op basis van
symptomen.
Alvorens storingen op te sporen en te verhelpen
Voer een grondige visuele controle uit van de unit en zoek naar voor
de hand liggende defecten, zoals losse aansluitingen of kapotte
bedrading.
15.2
Voorzorgsmaatregelen bij het
opsporen en verhelpen van
storingen
WAARSCHUWING
▪ Controleer STEEDS of de spanning op de unit is
afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te
controleren.
Schakel
stroomonderbreker uit.
▪ Als een veiligheidstoestel geactiveerd werd, moet u de
unit
uitschakelen
veiligheidstoestel werd geactiveerd vooraleer deze te
resetten. Shunt NOOIT een veiligheidstoestel of wijzig
zijn waarde niet in een waarde verschillend van de
standaardinstelling. Indien u de oorzaak van het
probleem niet kunt vinden, neem dan contact op met
uw dealer.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
R32 Split-reeks
4P600463-2C – 2020.08
voeding
uit
voordat
en
beschermende
de
respectievelijk
en
controleren
waarom
het
15 Opsporen en verhelpen van storingen
WAARSCHUWING
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de
thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET
worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een
u
timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN-
en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
15.3
Problemen op basis van
symptomen oplossen
15.3.1
Symptoom: Binnenunits vallen, trillen of
maken lawaai
Mogelijke oorzaken
De binnenunits zijn niet goed
vastgemaakt
15.3.2
Symptoom: De unit verwarmt of koelt
NIET zoals verwacht
Mogelijke oorzaken
Fout in de aansluiting van de
elektrische bedrading
Gaslek
Markeringen op de bedrading en
de leidingen komen niet overeen
15.3.3
Symptoom: Waterlekken
Mogelijke oorzaken
Onvolledige thermische isolatie
(gas- en vloeistofleidingen, delen
van de afvoerverlengslang
binnenshuis)
Slecht aangesloten afvoer
15.3.4
Symptoom: Elektrisch lek
Mogelijke oorzaken
De unit is NIET goed geaard
15.3.5
Symptoom: De unit werkt NIET of er is
brandschade
Mogelijke oorzaken
De bedrading was NIET volgens
de voorschriften uitgevoerd
15.4
Problemen op basis van LED-
gedrag oplossen
15.4.1
Storingsdiagnose met behulp van de led
op de printplaat van de buitenunit
Led...
Diagnose
knippert
Normaal.
▪ Controleer de binnenunit.
Oplossing
Maak de binnenunits goed vast.
Oplossing
Sluit de elektrische bedrading
juist aan.
Controleer op gaslekken.
De markeringen op de bedrading
en de leidingen (kamer A, kamer
B, kamer C, kamer D, kamer E)
MOETEN voor elke binnenunit
overeenkomen.
Oplossing
Controleer of de leidingen en de
afvoerslang thermisch volledig
geïsoleerd zijn.
Maak de afvoer goed vast.
Oplossing
Controleer en corrigeer de
aansluiting van de aarding.
Oplossing
Sluit de bedrading juist aan.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
29