Opbouw en werking
7.
Continudrukschakelaar
Als de extra-circuithydrauliek is ingeschakeld, dan kan met de continudrukschakelaar de maximale door-
stroomhoeveelheid aan de extra-circuitaansluiting in- en uitgeschakeld worden.
8.
Schakelaar lossende stand
Door op de schakelaar te drukken, wordt de druk uit de hefmastcilinder gelaten. Deze functie wordt gebruikt
voor hulpstukken, die in de rijmodus de oppervlakteomtrek moeten volgen (bijv. bij het gebruik van een veger
of het gelijkmaken met de schep tijdens het achteruitrijden).
9.
Schijnwerperschakelaar
De schijnwerperschakelaar dient om de knipperlichten in- en uit te schakelen.
10. Schakelaar extra circuit
Met de extra-circuitschakelaar wordt de hydrauliek van het extra circuit in- en uitgeschakeld. Als het extra cir-
cuit uitgeschakeld is, kan het extra circuit op het hulpstuk niet worden bediend. Het extra circuit kan enkel
worden ingeschakeld, als de extra-circuitregelaar zich in de neutrale stand bevindt.
11. Displaykeuzeschakelaar
Met de displaykeuzeschakelaar wordt tussen de weergaven in het display geschakeld.
12. Menutoets
Met de menutoets wordt de menubegeleiding op het display in- en uitgeschakeld.
13. Stuurkolomvergrendeling
De hoek van de stuurkolom kan worden veranderd. De stuurkolomvergrendeling vergrendelt de stuurkolom
in de aangegeven positie, of maakt hem weer los.
14. Stuurframe
Door aan het stuurframe te draaien, wordt de rijdende machine naar rechts of links bewogen. Door het
stuurframe in wijzerzin te draaien, wordt de machine naar rechts bewogen. Door in tegenwijzerzin te draaien,
wordt de machine naar rechts bewogen.
15. Multifunctiehendel
Op de multifunctiehendel worden de knipperlichten, de ruitenwisser en de ruitensproei-installatie van de voor-
ruit in- en uitgeschakeld, en wordt gewisseld tussen grootlicht en dimlicht.
R5625-8144-2
01/2018
49