▪ Ontluchtingspunten. Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge
punten van de installatie; deze punten moeten voor onderhoud
gemakkelijk
bereikbaar
zijn.
ruimteverwarmingszijde
voorzien
ontluchting. Controleer of deze ontluchtingsklep NIET te hard is
vastgedraaid, zodat het watercircuit automatisch ontlucht kan
worden.
▪ Onderdelen met een zinkbekleding. Gebruik NOOIT onderdelen
met een zinkbekleding in het vloeistofcircuit. Aangezien het
vloeistofcircuit in de unit uit koperen buizen bestaat, kan anders
overmatige corrosie optreden. Onderdelen met zinkbekleding in
het pekelcircuit kunnen neerslaan van bepaalde bestanddelen in
de antivriesvloeistoffencorrosie-inhibitor veroorzaken.
WAARSCHUWING
Door de aanwezigheid van glycol kan er corrosie van het
systeem optreden. Ongebonden glycol verandert in een
zuur onder invloed van zuurstof. Dit proces wordt versneld
door de aanwezigheid van koper en bij hoge temperaturen.
De zure ongebonden glycol tast metalen oppervlakken aan
en vormt galvanische corrosiecellen die ernstige schade
toebrengen aan het systeem. Daarom is het belangrijk dat:
▪ de waterbehandeling correct wordt uitgevoerd door een
bevoegd waterspecialist,
▪ glycol met corrosie-inhibitoren wordt gekozen om te
voorkomen dat er zuren worden gevormd door de
oxidatie van glycolen,
▪ er geen glycol voor auto's wordt gebruikt omdat de
corrosie-inhibitoren daarin een beperkte levensduur
hebben en silicaten bevatten die het systeem kunnen
vervuilen of verstoppen,
▪ gegalvaniseerde leidingen NIET worden gebruikt bij
glycolsystemen aangezien de aanwezigheid daarvan
ertoe kan leiden dat bepaalde bestanddelen in de
glycolcorrosie-inhibitor neerslaan.
INFORMATIE
Hou rekening met de hygroscopische eigenschap van
antivriesvloeistoffen:
het
omgeving. Door de dop van de antivriesvloeistoffles open
te
laten,
stijgt
antivriesvloeistofconcentratie is lager dan verwacht. Als
gevolg daarvan kan er toch bevriezing optreden.
Preventieve maatregelen MOETEN worden genomen om
te zorgen dat de antivriesvloeistof zo min mogelijk wordt
blootgesteld aan lucht.
▪ Niet-koperen metalen leidingen. Wanneer ook niet-koperen
metalen leidingen gebruikt worden, isoleer dan elke koperen
leiding goed van elke niet-koperen leiding, zodat ze NIET met
elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische corrosie te
vermijden.
▪ Klep – Omschakeltijd. Wanneer een 2-wegklep in het
ruimteverwarmingscircuit wordt gebruikt, MOET de omschakeltijd
van de klep maximum 60 seconden bedragen.
▪ Warmtapwatertank – Capaciteit. Om geen watergebrek te
hebben, is het belangrijk dat de opslagcapaciteit van de tank voor
warm tapwater groot genoeg is om aan de dagelijkse behoefte
aan warm tapwater te voldoen.
▪ Warmtapwatertank – Na de installatie. Onmiddellijk na de
installatie moet de tank voor warm tapwater gespoeld worden met
koud water. Deze procedure moet de eerste 5 opeenvolgende
dagen na de installatie minstens eenmaal per dag herhaald
worden.
▪ Warmtapwatertank – Stilstandperiodes. Als er gedurende
langere periodes geen warm water wordt verbruikt, MOET de
apparatuur voor gebruik gespoeld worden met koud water.
EGSQH10S18AA9W
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
4P351748-1C – 2015.10
De
binnenunit
is
aan
van
een
automatische
absorbeert
vocht
uit
zijn
de
waterconcentratie.
De
▪ Warmtapwatertank – Desinfectie. Voor de desinfectiefunctie van
de warmtapwatertank, raadpleeg
de
regelen: geavanceerd" op
▪ Thermostatische mengkranen. Conform de geldende wetgeving
moeten
er
mogelijk
geïnstalleerd.
▪ Voorzorgsmaatregelen inzake hygiëne. De installatie moet
voldoen aan de geldende wetgeving en vereist mogelijk
bijkomende
voorzorgsmaatregelen
installatie.
▪ Hercirculatiepomp. Conform de geldende wetgeving kan het
mogelijk zijn dat een hercirculatiepomp geplaatst moet worden
tussen het warmwaterafnamepunt en de hercirculatieverbinding
van de tank voor warm tapwater.
c
a
b
d
a
Hercirculatieverbinding
b
Warmwateraansluiting
c
Douche
d
Hercirculatiepomp
6.3.2
Formule om de voordruk van het
expansievat te berekenen
De voordruk (Pg) van het expansievat hangt af van het
hoogteverschil (H) van de installatie:
Pg=0,3+(H/10) (bar)
6.3.3
Het watervolume en waterdebiet van het
ruimteverwarmingscircuit en het
pekelcircuit controleren
De binnenunit heeft 2 expansievaten van 10 liter, een voor het
ruimteverwarmingscircuit en een voor het pekelcircuit.
Om zeker te zijn dat de unit naar behoren werkt:
▪ controleer het minimum en het maximum watervolume.
▪ U moet mogelijk de voordruk van het expansievat aanpassen.
▪ Controleer het totale ruimteverwarmingswatervolume in de unit.
▪ Controleer het totale pekelwatervolume in de unit.
Minimum watervolume
Controleer of het totale watervolume per circuit in de installatie
minimum 20 liter bedraagt, waarbij het interne watervolume in de
binnenunit NIET inbegrepen is.
INFORMATIE
Indien een minimumverwarmingsbelasting van 1 kW kan
worden gegarandeerd en instelling [9‑04] wordt door de
installateur
van
minimumwatervolume verlaagd worden tot 10 liter.
INFORMATIE
Voor kritieke processen of in kamers met een grote
warmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.
OPMERKING
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
geregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is het
belangrijk dat dit minimum watervolume behouden blijft,
zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
6 Voorbereiding
"8.3.2 Het warm tapwater
pagina 51.
thermostatische
mengkranen
voor
een
hygiënische
1
tot
4°C
veranderd,
kan
Uitgebreide handleiding voor de installateur
worden
het
21