ELEKTRISCHE AUTO:
11
Het laadsnoer wordt automatisch op de auto
aangesloten. Zo kan het snoer niet van de
auto worden losgekoppeld.
Wanneer de alarmknipperlichten vijf keer
knipperen, is het opladen begonnen. Een
bericht op het instrumentenpaneel geeft de
resterende tijd aan en het controlelampje
Z.E. 8 knippert langzaam.
Aan het einde van een volledige oplaadbeurt
blijft het controlelampje Z.E. 8 blauw bran-
den en gaat het na enkele minuten uit.
U hoeft niet te wachten totdat u op reserve
rijdt om de auto op te laden.
opladen (9/10)
Als het controlelampje Z.E. 8 rood brandt,
kan de auto het opladen niet starten; start
het laadproces opnieuw.
8
Als het probleem aanhoudt, verandert u van
voedingsbron (oplaadpunt, enz.) of raad-
pleegt u een merkdealer.
Gelieve op de auto geen anti-
statische tape te installeren om
het controlesysteem niet te ver-
storen.
Sticker 11
De sticker 11 op de oplaadklep vermeldt de
instructies voor het openen en sluiten van
het klepje:
– Bij stilstaande auto kunnen de klep en de
oplaadklep worden geopend.
– Als de auto rijdt, moeten de klep en de
oplaadklep gesloten zijn.
1.17