2) Stuurwiel
Het stuurwiel regelt de richting van de boot.
Wanneer u het stuurwiel in wijzerzin draait,
z w e n k t d e s p o r t b o o t n a a r r e c h ts e n
omgekeerd.
3) Gashendels
Wanneer u deze vooruit drukt versnelt de
boot. Wanneer u ze helemaal terugtrekt,
vertragen de motoren automatisch tot
stationair toerental en stopt de boot geleidelijk
door de waterweerstand.
F09L08Y
TYPISCH — GASHENDELS
1. Bakboord motor
2. Stuurboord motor
3. Volgas
4. Snelheid verhogen
5. Snelheid verlagen
6. Stationair toerental
De gashendel aan bakboord regelt het
toerental van de bakboord motor en de
hendel aan stuurboord regelt het toerental
van de stuurboord motor. Hoewel het
toerental van elke motor individueel regelbaar
is, raden we u aan de beide hendels samen
te bewegen.
40
2
5
6
3
4
1
4) Schakelhendel
Een hendel met 3 standen:
– vooruit
– vrijloop
– achteruit.
O m t e k u n n e n s c h a k e le n m o e te n d e
gashendels volledig zijn teruggetrokken
zodat de motoren stationair draaien.
De schakelhendel moet in vrijloop staan om
de motoren te kunnen starten.
OPMERKING: 4 korte pieptonen geven aan
dat de schakelhendel niet in vrijloop staat
(wanneer het veiligheidskoord in het DESS-
c o n t a c t z i t e n u o p e e n v a n d e
start/stopknoppen drukt). Daarna zou 1 korte
pieptoon bevestigen dat u in vrijloop staat
(tijdens het schakelen).
2
F09L08Z
TYPISCH — SCHAKELHENDEL
1. Om te kunnen schakelen moeten de
gashendels volledig zijn teruggetrokken
(stationair toerental)
2. Vooruit
3. Vrijloop
4. Achteruit
3
4
1