Stuursysteem
Controleer met de hulp van een tweede persoon
of het stuursysteem vlot beweegt. Wanneer het
s t u u r h o r i z o n ta a l s ta a t , m o e t e n d e
jetstraalbuizen recht vooruit wijzen. Controleer
of de jetstraalbuizen vlot mee bewegen met het
stuur.
WAARSCHUWING
Controleer de werking van het stuur en de
bijbehorende stuurstraalbuizen alvorens
de motoren te starten.
Gassysteem
Controleer of de gashendels vlot bewegen.
WAARSCHUWING
Controleer de werking van de gashendels
voordat u de motoren start.
Schakelsysteem
Controleer of de achteruitvaarkleppen vlot
bewegen. Met de schakelhendel in vooruit
moeten de kleppen naar boven staan en
weerstand bieden wanneer u ze naar
beneden trekt. Met de schakelhendel in
v r i j l o o p m o e t e n d e k l e p p e n i n d e
middenstand staan. Met de schakelhendel in
achteruit moeten de kleppen naar beneden
staan.
WAARSCHUWING
Controleer de vergrendeling van de
achteruitvaarkleppen
Om de vergrendeling van de achteruitvaar-
kleppen te controleren, schakelt u in VOOR-
UIT.
Trek de achteruitvaarklep aan stuurboord
achteruit.
De vergrendeling van de achteruitvaarklep
werkt wanneer de achteruitvaarklep omhoog
blijft staan.
LET OP: Als de achteruitvaarklep niet
omhoog blijft staan wanneer u in VOORUIT
schakelt, vaar dan niet meer met uw boot
maa r ra adp leeg e en erke nd Se a-Doo
sportboot-dealer.
Inlaat-vrijmaaksysteem
Zie hoofdstuk SPECIALE PROCEDURES.
Veiligheidskoord en
motorstart/stopknoppen
Controleer of de schakelaars goed werken.
Start en stop elke motor met behulp van elke
schakelaar individueel.
WAARSCHUWING
Vallen de motoren niet stil wanneer de
start/stopknoppen worden ingedrukt of het
veiligheidskoord uit het DESS-contact
wordt getrokken, gebruik uw sportboot dan
niet meer, maar raadpleeg een erkend
dealer. Start de Sea-Doo sportboot pas
nadat alle onderdelen werden nagekeken
en correct werken.
Deksels bergvakken
Controleer of ze gesloten en vergrendeld zijn.
69