5
Ingebruikname
Noodstopfunctie controleren
– Rijd langzaam vooruit.
– Druk op de noodstophendel (1): de ma-
chine stopt.
– Trek aan de noodstophendel (1): de
machine is bedrijfsgereed.
Claxon controleren
– Bedien de claxonknop (1).
De claxon klinkt.
76
50168070009 [NL]
Gebruik