Aanwijs- en bedieningselementen
4. Bediening
Klap voor een beter begrip van de beschrijving de pagina aan het einde van deze handleiding
open!
De bediening van de regelaar is onderverdeeld in drie logische niveaus (bedrijfs-, parametreer-
en configuratieniveau). De functies van de toetsen resp. de aanwijzingen zijn verschillend
afhankelijk van het niveau.
De procedure voor het aanpassen van de regelaar aan de toepassing en de regelkring wordt
in par. 5., blz. 23 beschreven.
4.1.Aanwijs- en bedieningselementen
1
Aanwijzing gemeten waarde
Bedrijfsniveau: aanwijzing gemeten waarde "
Aanwijzing sensorkabelbreuk: wanneer op de ingang van de regelaar een sensor-
kabelbreuk wordt herkend of het ingangsbereik wordt over- of onderschreden dan
verschijnen de hiernaast vermelde aanwijzingen met een 0 voor overschrijden resp. U
voor onderschrijden. De gemeten waarde gaat in dit geval automatisch naar de met het
configuratieblok (waarde veiligheidspositie) vooringestelde waarde. Na opheffen van
de breuk gaat de industriële regelaar verder in normaal bedrijf.
Instel- en configuratieniveau: aanwijzen van de actuele waarde voor de gekozen parame-
ter of het configuratieblok
2
regeluitgang-aanwijzing
Bedrijfsniveau: aanwijzing regeluitgang # in %
(voor waarden > 100 verschijnt een op het display, voor waarden < 0 verschijnt )
of aanwijzing van de externe terugkoppeling
Instel- en configuratieniveau: aanwijzing van de gekozen parameter of configuratieblok
3
Aanwijzing regelafwijking
De gele lichtdiode geeft aan dat er geen regelafwijking is, de twee rode lichtdioden tonen
de regelafwijking XD aan vanaf een afwijking van ca. ±1 %.
4
Aanwijzing schakeluitgang
Twee lichtdioden tonen de schakeltoestand van de 2-punts/3-punts regeluitgang of
grenswaardemeldingen.
5
Beletteringsveld voor eenheidssymbool
Opgave van het eenheidssymbool van de gemeten waarde-aanwijzing regelgrootheid (1)
6
Cursor-toetsen
∆ getoonde waarde verhogen
∇ getoonde waarde verminderen
Bedrijfsniveau: na keuze van !: directe wijziging van gewenste waarde,
bij handbedrijf (zie hand/automaat toets): direct wijzigen uitgangssignaal Y
Parametreer-/configuratieniveau: kiezen van afzonderlijke parameters of configuratie-
blokken (aanwijzing in (2)), instelling van de bijbehorende waarde (aanwijzing in (1))
10
Bediening