INRIJDEN
Rijd de eerste 1 000 km niet sneller dan 130
km/uur in de hoogste versnelling en laat de
motor met niet meer dan 3 000 tot 3 500 tr/
min draaien.
Pas na ongeveer 3 000 km zult u over het
volle vermogen van de motor kunnen be-
schikken.
2.2
Onderhoudsbeurten: zie het onderhouds-
document van uw auto.