AUTOMATISCH PARKEREN
1
Dit systeem helpt u bij het parkeren door het
stuurwiel, de remmen, de motor en de ver-
snellingshendel te bedienen.
Tijdens het manoeuvre moet u druk houden
op het gaspedaal (om de functie actief te
houden). Houd uw handen weg van het
stuurwiel.
2.176
(1/6)
U kunt op elk moment weer controle nemen
1
over de auto door:
– draaien aan het stuurwiel;
– het gaspedaal los te laten;
– of het rempedaal in te drukken.
1
Bijzonderheden
Zorg ervoor dat de ultrasone opname-ele-
menten en de camera's, aangeduid door de
pijlen 1, niet worden verborgen (door vuil,
modder, sneeuw, een slecht gemonteerde/
bevestigde kentekenplaat enz.), geraakt,
aangepast (inclusief lakwerk enz.) of belem-
1
merd door een accessoire aan de voor- of
achterzijde van uw auto.
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden.
Deze functie kan daarom tij-
dens manoeuvres in geen
enkele omstandigheid plaatsvervangend
zijn voor de waakzaamheid en de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder (de
bestuurder moet te allen tijde bereid zijn
om te remmen).