Vereisten voor warmteafvoer
Zorg dat het bevestigingsvlak in staat is warmteverliezen van het
vermogensgedeelte naar de omgeving te geleiden. De temperatuur van de
bevestigingsplaat mag onder geen enkele voorwaarde hoger worden dan
80 °C.
Onderstaande tabel geeft de vermogensverliezen en minimale
oppervlaktevereisten wanneer het koellichaam bestaat uit plaatstaal van
3 mm dikte die tweezijdig warmte kan afvoeren (max.
omgevingstemperatuur 40 °C). Plaatstaal van 3 mm is slechts een
voorbeeld. Het uitwendige koellichaam kan elke vorm aannemen die voldoet
aan de vereisten voor het bevestigingsvlak en de warmteafvoer.
Type omvormer
ACS 141-H18-1
ACS 141-H25-1
ACS 141-H37-1
ACS 141-H75-1
ACS 141-1H1-1
ACS 141-1H6-1
ACS 143-H75-3
ACS 143-1H1-3
ACS 143-1H6-3
ACS 143-2H1-3
Mechanische montage
•
Maak het bevestigingsvlak schoon.
•
Breng thermische geleidingspasta aan tussen de ACS 140 en het
bevestigingsvlak.
•
Gebruik M4-bouten, aandraaimoment 1-1,5 Nm.
Vier M4
bouten
Controleer na de montage of de warmtegeleiding werkt door de temperatuur
(parameter 0110) van de ACS 140 te volgen. De warmtegeleiding werkt als
de temperatuur van de ACS 140 onder volle belasting en bij een maximale
omgevingstemperatuur niet meer dan 85 °C bedraagt.
6
Vermogens-
Minimaal oppervlak H x B
verlies (W)
(mm x mm)
7
150 x 150
10
180 x 180
12
200 x 200
13
210 x 210
19
250 x 250
27
300 x 300
14
220 x 220
20
260 x 260
27
300 x 300
39
500 x 500
Thermische
geleidings-
pasta