Tabel 7 Storingen.
Code
Description
FL 1
Overstroom:
• Mogelijk een mechanisch probleem.
• De acceleratie- en/of deceleratietijd kan te kort zijn.
• Storing in de voeding.
FL 2
DC-overspanning:
• Ingangsspanning te hoog.
• Deceleratietijd kan te kort zijn.
FL 3
Te hoge temperatuur van de ACS 140 :
• Omgevingstemperatuur is te hoog.
• Ernstige overbelasting.
FL 4 *
Foutstroom:
• Aardfout uitgang (200 V-units).
• Kortsluiting.
• Storing in de voeding.
FL 5
Overbelasting van het uitgangsvermogen.
FL 6
DC-onderspanning.
FL 7
Fout van analoge ingang 1. De waarde van analoge ingang 1 ligt
onder het
MINIMUM
en 3013
FUNCTIE
FL 8
Fout van analoge ingang 2. De waarde van analoge ingang 2 ligt
onder het
MINIMUM
en 3014
FUNCTIE
FL 9
Te hoge motortemperatuur. Zie parameters 3004 - 3008.
FL10
Uitval van paneel. Paneel wordt losgekoppeld als het commando start/
stop/draairchting of referentie vanaf het paneel gegeven wordt. Zie
parameter 3002
Opmerking! Als FL10 actief is terwijl de voedingsspanning
uitgeschakeld is, wordt de ACS 140 in afstandsbesturing (REM)
opgestart, zodra de voedingsspanning weer ingeschakeld wordt.
FL11
Onjuiste parametersetting. Mogelijke foutsituaties:
•
AI1 >
MINIMUM
•
AI2 >
MINIMUM
•
MINIMUM FREQ
FL12
Motorblokkering. Zie parameter 3009
FL13
Uitval van de seriële communicatie.
FL14
Externe fout is actief. Zie parameter 3003
FL15
Foute uitgangsaarde (400 V-units).
FL16 *
Rimpel van de DC-tussenkring te groot. Controleer de voeding.
FL17
Analoge ingangsspanning ligt buiten het toegestane bereik. controleer
niveau AI .
FL18 - FL22 * Hardwarefout. Neem contact op met uw leverancier.
Hele display
Fout in de seriële verbinding.
knippert
• Slechte verbinding tussen het bedieningspaneel en de ACS 140.
• Seriële communicatieparameters (groep 52) zijn gewijzigd. Houd
het bedieningspaneel aangesloten en schakel de spanning uit en
dan weer aan.
Opmerking! Storingen (*) met een knipperende rode LED kunnen worden
gereset door de spanning uit en weer in te schakelen. Andere storingen
kunnen worden gereset door op de START/STOP-toets te drukken. Zie ook
parameter 1604.
AI1 (1301). Zie ook parameters 3001
1
.
AI
FOUTLIMIET
AI2 (1304). Zie ook parameters 3001
2
.
AI
FOUTLIMIET
en APPENDIX.
PANEEL UITVAL
AI1 (parameters 1301 en 1302)
MAXIMUM
AI2 (parameters 1304 en 1305)
MAXIMUM
>
(parameters 2007 en 2008)
MAXIMUM FREQ
.
BLOKK
FUNCTIE
EXTERNE FOUT
<
AI
MIN
<
AI
MIN
.
.
89