7.3 Beveiligingsslipkoppeling
De slipkoppeling bevindt zich tussen de hijsmotor en de kleine tandwielaandrijfas en draagt
het aandrijfmoment over. Tegelijkertijd beperkt hij, overeenkomstig het afgestelde
koppelingsmoment, de overdrachtscapaciteit. Als gevolg hiervan voorkomt hij de
overbelasting van de STAR LIFTKET en de kraanconstructie.
De slipkoppeling begrenst als eindbegrenzer in de hoogste en laagste positie van de last tevens de hijshoogte
van de kettingtakel. Maar aangezien dit een noodfunctie is, is het verboden in normale gevallen de
onderhaakset enkel, de onderhaakset dubbel of de lastbegrenzer tot de laagste of de hoogste haakstand,
d.w.z. tegen de kettingtakelbehuizing aan te laten komen.
Vanuit het oogpunt van veiligheid is het een groot voordeel dat de gepatenteerde slipkoppeling zich bij de
krachtsoverdracht vóór de rem bevindt. Ook bij de grootste slijtage van de koppeling kan de last niet
onopgemerkt naar beneden zakken, aangezien de rem de last in elke toestand vasthoudt.
De slip koppeling werkt als een droge koppeling, met gebruikmaking van een astbestvrije wrijvingsvoering.
Vanwege de afstelbaarheid van het koppelingsmoment van buitenaf en de nauwelijks slijtende speciale
wrijvingsvoering is het onder normale bedrijfsomstandigheden niet nodig te koppeling verder af te stellen.
7.3.1 De opbouw van de slipkoppeling
Afbeelding 22: De opbouw van de slipkoppeling
7.3.2 Het afstellen van de wrijvingskracht van de slipkoppeling
De afstelling mag alleen door gekwalificeerde personen uitgevoerd worden!
1.
Proeflast = 1, 1 x de nominale last, of hang een krachtmeter met veer aan de lasthaak
Zet de STAR LIFTKET kettingtakel aan met de knop 'hijsen' op het besturingspaneel en controleer of de proeflast
2.
wordt opgetild, of dat de waarde van de krachtmeter met veer een waarde aangeeft van de nominale waarde + 0,3 x
de waarde van de nominale last. De precieze waarde van de vermenigvuldigingsfactor 0,3 hangt af van de
hijssnelheid.
3.
Plaats de proeflast terug op de grond.
4.
Verhoog of verlaag het moment van de koppeling zodanig dat de kettingtakel de last nog net optilt, hetzij de
krachtmeter met de genoemde waarde aangeeft.
5.
De afstelling van het wrijvingsmoment van de koppeling:
a.
Schroef het deksel van de aandrijving eraf en verwijder het (12).
b.
Houd de moer (11) op de trekstang (8) met een sleutel van 8 mm vast om wegdraaien tegen te gaan.
c.
Draai met een andere sleutel de afstelmoer (9) vaster (naar rechts) of losser (naar links) op de spiraalveer (10)
en wel zodanig dat de kettingtakel de voorgeschreven proeflast nog net optilt, hetzij de krachtmeter de
gewenste waarde aangeeft.
- Controleer de afstelling van de hijsmotor door de besturingsknop kort in te drukken. -
d.
Ten slotte: Controleer de afstelling van het koppelingsmoment door het hijsen van de proeflast.
31