Service, reparatie en onderhoud
9.6
Wielen en banden
Belangrijk!
9.6.1
Bandenspanning
Advies!
Belangrijk!
9.6.3
Banden monteren
Belangrijk!
204
•
Trek de wielmoeren aan na de eerste rit onder belasting, op
zijn laatst na 50 km. Het aantrekkoppel van de wielmoeren
bedraagt 560 Nm.
De wielmoeren moeten zich eerst zetten. Dit geldt ook
wanneer een wiel is gewisseld.
•
Controleer regelmatig
•
het aantrekkoppel van de wielmoeren (zie hiervoor
hfdst. Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden wer-
den.).
•
bandenspanning (zie hiervoor hfdst 9.6.1).
•
Gebruik alleen door ons geadviseerde maat banden en type
velgen.
•
Bandenreparaties mogen alleen door bandenspecialisten
worden uitgevoerd met daarvoor geschikte bandenmontage
apperatuur.
•
Het monteren van banden vereist gespecialiseerde kennis
en geschikte apperatuur!
•
De krik alleen op de gemarkeerde plaatsen aanbrengen!
•
De vereiste bandenspanning wordt bepaald door
•
bandenmaat.
•
draagvermogen van de band
•
rijsnelheid.
•
Het rijgedrag van de band wordt verminderd door
•
overbelasting
•
te lage bandenspanning.
•
te hoge bandenspanning
•
Controleer de bandenspanning regelmatig, wanneer de
band nog koud is dus voor begin van een rit.
•
Het verschil in bandenspanning tussen de wielen op een as
mag niet groter zijn dan 0,1 bar.
•
De bandenspanning kan tot 1 bar oplopen na een snelle rit
of bij warm weer. Nooit de bandenspanning verlagen: na
afkoeling is de bandenspanning dan te laag.
•
Voordat u een nieuwe band of een andere band monteert,
eerst de roestplekken op de velgrand verwijderen. Deze
kunnen later schade aan de velgen veroorzaken
•
Monteer altijd een nieuw ventiel bij tubeless banden.
•
Gebruik alleen ventieldoppen met ingezette afdichtrand.