Gebruikershandleiding
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Wijzig naar Wi-
Fi-verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS)
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6. Tik op Start installatie.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd als u niet Sluiten selecteert.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet deze dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Sluit het scherm met instellingen voor de netwerkverbinding.
Gerelateerde informatie
"De status van de netwerkverbinding controleren" op pagina 119
&
"Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren" op pagina 275
&
Geavanceerde netwerkinstellingen maken
U kunt de naam van het netwerkapparaat, TCP/IP-instellingen, de proxyserver enzovoort aanpassen.Controleer de
netwerkomgeving voordat u wijzigingen aanbrengt.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
3. Selecteer het menu-item dat u wilt configureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
Gerelateerde informatie
"Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen configureren" op pagina 117
&
Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen configureren
Selecteer het menu-item dat u wilt configureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
Netwerkinstellingen
117