Gebruikershandleiding
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt
Controleer de volgende punten voordat u de faxfuncties gaat gebruiken.
❏ De printer en de telefoonlijn, en (indien nodig) de telefoon zijn correct aangesloten
❏ De basisinstellingen in de (Wizard faxinstelling) zijn geconfigureerd
❏ Overige vereiste Faxinstellingen zijn geconfigureerd
Als uw organisatie een printerbeheerder heeft, neemt u contact op met deze beheerder om de status of
voorwaarden voor de verbinding en instellingen te controleren.
Zie "Gerelateerde informatie" hieronder om de instellingen te configureren.
Gerelateerde informatie
"Faxinstellingen" op pagina 72
&
Faxen verzenden via de printer
Faxen verzenden via het bedieningspaneel
Gerelateerde informatie
"Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel" op pagina 198
&
"Een faxbericht handmatig verzenden na controle van de status van de ontvanger" op pagina 200
&
Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel
U kunt faxen verzenden door het faxnummer van de ontvanger op het bedieningspaneel in te voeren.
Opmerking:
❏ Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, kunt u de gescande afbeelding bekijken op het display.
❏ U kunt tot 50 monochrome faxtaken opslaan, zelfs als de telefoonlijn in gebruik is voor telefoongesprekken, het verzenden
van een ander faxbericht of het ontvangen van een faxbericht. U kunt opgeslagen faxtaken controleren of annuleren in
.
1. Plaats de originelen.
U kunt tot 100 pagina's in één keer verzenden. Afhankelijk van de resterende hoeveelheid geheugen is dit
echter niet altijd mogelijk, zelfs als de fax minder dan 100 pagina's bevat.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
Faxen
198