Instrumentenpaneel
► Zet het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen.
► Laat de toets los als het display =0 aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Als u de accu na deze handeling wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Anders wordt het
op nul zetten van de onderhoudsindicator niet
opgeslagen.
Opvragen van onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
► Druk op deze toets.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt vervolgens.
Motorolieniveaumeter
(Afhankelijk van de uitvoering.)
Bij uitvoeringen met een elektrische
motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten
van het contact eerst de onderhoudsindicator op
het instrumentenpaneel weergegeven en daarna
enkele seconden het motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke
ondergrond staat en de motor minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
16
Olieniveau correct
Afhankelijk van het instrumentenpaneel wordt dit
weergegeven door "OIL OK" of door de melding
"Olieniveau correct".
Te laag olieniveau
Afhankelijk van het instrumentenpaneel wordt dit
aangegeven met "OIL" of de melding "Onjuist
olieniveau" in combinatie met het branden van
het lampje Service en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau inderdaad te laag is,
moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat
ernstige motorschade ontstaat.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Afhankelijk van het instrumentenpaneel wordt
dit aangegeven met "OIL_ _" of de melding
"Olieniveaumeting ongeldig" in combinatie
met het branden van het lampje Service en een
geluidssignaal.
Neem contact op met een CITROËN-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Als de elektrische motorolieniveaumeter
niet werkt, wordt het motorolieniveau niet
meer gecontroleerd.
Bij een storing in het systeem moet u het
motorolieniveau met de peilstok onder de
motorkap controleren.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
AdBlue
-
®
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter
(FAP) wordt gecombineerd met het SCR-
emissieregelsysteem (Selective Catalytic
Reduction) voor de nabehandeling van de
uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren
zonder AdBlue
-vloeistof.
®
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue
reservoir is aangesproken (tussen 2400 en
0 km), gaat bij het aanzetten van het contact
een verklikkerlampje branden en wordt een
melding weergegeven die aangeeft hoeveel
kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
reservoir leeg is. De motor kan weer worden
gestart nadat AdBlue
is bijgevuld tot het
®
minimale niveau.
-
®
-
®