Rijden
N.
Neutraalstand
– Stilstaande auto, met aangetrokken
parkeerrem.
– Starten van de motor.
D.
Automatische werking
M. + / -
Handmatig schakelen
► Om versnellingen op of terug te
schakelen, beweegt u deze naar
achteren/voren.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Als de selectiehendel in een stand van het
schakelpatroon staat, gaat het desbetreffende
lampje op het instrumentenpaneel branden.
P.
Parkeerstand
R.
Achteruitversnelling
N.
Neutraalstand
D.
Drive (rijden, automatisch schakelen)
S.
Programma Sport
1...6.
Ingeschakelde versnelling bij handmatig
schakelen
-.
Schakelcommando in de handbediende
stand niet opgevolgd
Voet op het rempedaal
► Als dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel verschijnt, druk dan
het rempedaal in (bijvoorbeeld bij het starten van
de motor).
84
De auto starten
► Zet, met het rempedaal ingetrapt, de
selectiehendel in stand P of N.
► Start de motor.
Als niet aan deze voorwaarden is voldaan, klinkt
een geluidssignaal en wordt er een melding
weergegeven.
► Trap met een draaiende motor het rempedaal
in.
► Zet de parkeerrem vrij als deze niet in de
automatische stand staat.
► Selecteer stand R, D of M.
► Laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint onmiddellijk te rijden.
Als tijdens het rijden per ongeluk de
stand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair
toerental, zet de selectiehendel in de stand D
en trap het gaspedaal weer in.
Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich zelfs
al in beweging als het gaspedaal niet is
ingetrapt.
Laat bij een draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de parkeerrem aan en selecteer de
stand P indien er onderhoudswerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd bij een draaiende
motor.
Automatische werking
► Selecteer de stand D om automatisch te
laten schakelen tussen de zes versnellingen.
De transmissie werkt dan in de auto-adaptieve
stand; u hoeft zelf niet te schakelen. De
transmissie kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl,
het profiel van de weg en de belading van de
auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand
van de selectiehendel te wijzigen, dient u het
gaspedaal volledig in te trappen (kickdown).
De transmissie schakelt automatisch terug of
handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de
motor het maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de transmissie
automatisch terug voor een betere
motorremwerking.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
transmissie niet naar een hogere versnelling als
u het gaspedaal plotseling loslaat.
Zet de selectiehendel nooit in de stand N
als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de stand P of R
als de auto niet volledig stilstaat.
Stand "Sport"
Deze twee specifieke standen vullen de
automatische werking aan onder bijzondere
rijomstandigheden.