Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CITROEN C3 2020 Instructieboekje pagina 53

Inhoudsopgave

Advertenties

► Afhankelijk van de uitvoering: duw de
lichtschakelaar binnen één minuut na het
afzetten van het contact omhoog of omlaag om
de parkeerlichten aan de kant van het verkeer
in te schakelen (voorbeeld: rechts van de
weg parkeren: lichtschakelaar omlaag duwen;
parkeerlichten links gaan branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door een
geluidssignaal en het branden van het
verklikkerlampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de middelste stand.
Automatisch inschakelen
van het dimlicht als het
donker wordt
Als de ring in de stand AUTO staat, worden
de kentekenplaatverlichting, de parkeerlichten
en het dimlicht met behulp van de regen-/
lichtsensor automatisch ingeschakeld als er
weinig licht in de omgeving is. Ze kunnen ook
gaan branden als er regen wordt waargenomen;
de ruitenwissers worden dan ook automatisch
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat de ruitenwissers zijn gestopt.
Inschakelen/uitschakelen
► Draai de ring in de stand "AUTO" om deze
te activeren.
► Draai de ring naar een andere stand om deze
uit te schakelen.
Als de functie wordt in- of uitgeschakeld,
verschijnt er een bericht.
Storing
Bij een storing in de regen-/lichtsensor
gaat de verlichting branden en gaat dit
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden in combinatie met
een geluidssignaal en/of een melding.
Neem contact op met een CITROËN-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Dek de met de regen-/lichtsensor midden
aan de bovenzijde van de voorruit achter
de binnenspiegel niet af. De aan de sensor
gekoppelde functies worden dan niet meer
geregeld.
Bij mist of sneeuw kan de regen-/
lichtsensor ten onrechte voldoende licht
waarnemen. De verlichting wordt dan niet
automatisch ingeschakeld.
Verlichting en zicht
De binnenkant van de voorruit kan
beslaan en ervoor zorgen dat de regen-/
lichtsensor niet goed werkt.
Bij vochtige en koude weersomstandigheden
moet u de voorruit regelmatig ontwasemen.
Dagrijverlichting/
Parkeerlichten
Deze lampen aan de voor- en achterzijde van
de auto gaan automatisch branden wanneer de
motor wordt gestart.
Ze hebben de volgende functies:
– Dagrijverlichting (lichtschakelaar in stand "0"
of "AUTO" bij voldoende omgevingslicht).
– Parkeerlicht (lichtschakelaar in stand
"AUTO" bij weinig omgevingslicht of in stand
"Parkeerlicht" of "Dim-/groot licht").
Bij de dagrijverlichting geven de leds
meer licht.
4
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave