7 Opsporen en verhelpen van storingen
6.2
Aanbevelingen voor onderhoud en
inspectie
Aangezien zich na verschillende jaren van gebruik stof kan ophopen
in de unit, zullen de prestaties van de unit enigszins afnemen. Het
demonteren en schoonmaken van de binnenkant van units vereist
een zekere technische kennis. Om voor een optimaal onderhoud
van
uw
units
te
zorgen,
onderhoudswerkzaamheden aan te vullen met een onderhouds- en
inspectiecontract. Ons dealernetwerk heeft toegang tot een
permanente voorraad essentiële onderdelen om uw unit zo lang
mogelijk te laten meegaan. Neem contact op met uw dealer voor
meer informatie.
Vermeld altijd de volgende informatie wanneer u uw dealer om
een interventie vraagt:
▪ De volledige modelnaam van de unit.
▪ Het fabricagenummer (vermeld op het naamplaatje van de unit).
▪ De installatiedatum.
▪ De symptomen of de storing, en details van het defect.
WAARSCHUWING
Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de
unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage of
installatie een elektrische schok of brand kan veroorzaken.
Neem contact op met uw dealer.
7
Opsporen en verhelpen van
storingen
Als de producten in de ruimte/koelvitrine kunnen bederven bij een
systeemstoring, dan kunt u uw installateur vragen om een alarm te
installeren (bijvoorbeeld een lamp). Voor meer informatie, neem
contact op met uw installateur.
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding UIT als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Een beveiliging, zoals bijvoorbeeld een
zekering, een stroomonderbreker, of
een aardlekschakelaar, worden vaak
geactiveerd, of de AAN/UIT-schakelaar
werkt niet goed.
Water (geen dooiwater) lekt uit de unit.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET goed. Schakel de voeding UIT.
Het unitnummer staat op het display
van de gebruikersinterface, het
bedrijfslampje knippert en de
storingscode wordt aangegeven.
De veiligheidsklep is geopend.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
12
raden
wij
aan
de
normale
Maatregel
Neem contact op met uw
dealer of installateur.
Stop de werking.
Verwittig uw installateur
en geef hem de
storingscode door.
1
Stop de werking.
2
Schakel de voeding
UIT.
3
Meld
dit
aan
uw
installateur.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor
vermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van
toepassing is, volg dan de volgende procedures om na te gaan wat
er misloopt.
Storing
Indien het systeem
▪ Controleer
helemaal niet werkt.
stroomonderbreking is. Wacht tot de
stroom is hersteld. Als de stroom tijdens
de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de
stroom is hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is
doorgebrand of een onderbreker in
werking is gesteld. Vervang indien nodig
de zekering of reset de onderbreker.
Het systeem stopt
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
meteen nadat het
de buitenunit of de binnenunit niet
begint te draaien.
geblokkeerd
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
kan circuleren.
Het systeem werkt,
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
maar koelt
de buitenunit of de binnenunit niet
onvoldoende.
geblokkeerd
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
(voor binnenunits
kan circuleren.
koelkast en
diepvrieskast)
▪ Controleer of er zich geen ijs op de
binnenunit bevindt. Ontdooi de unit
handmatig
ontdooibedrijfscyclus in.
▪ Controleer of er niet te veel producten in
de ruimte/koelvitrine staan. Verwijder
enkele producten.
▪ Controleer
rondstromen in de ruimte/koelvitrine. Leg
de producten in de ruimte/koelvitrine op
een andere plaats.
▪ Controleer of er niet te veel stof op de
warmtewisselaar van de buitenunit ligt.
Verwijder het stof met een borstel of een
stofzuiger;
Raadpleeg indien nodig uw dealer.
▪ Controleer of er koude lucht uit de
ruimte/koelvitrine
maatregelen om te voorkomen dat er
koude lucht ontsnapt.
▪ Controleer of u het instelpunt van de
temperatuur van de binnenunit niet te
hoog hebt ingesteld. Stel het instelpunt
juist in.
▪ Controleer of er geen producten met een
hoge temperatuur in de ruimte/koelvitrine
staan. Sla producten altijd pas op nadat
zij zijn afgekoeld.
▪ Controleer of de deur niet te lang wordt
geopend. Verminder de openingsduur
van de deur.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met
indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum
(mogelijk vermeld op de garantiekaart).
Maatregel
of
er
geen
is.
Verwijder
eventuele
is.
Verwijder
eventuele
of
kort
of
de
lucht
vrij
kan
gebruik
geen
water.
ontsnapt.
Neem
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704141-1B – 2022.12
de