9 Inbedrijfstelling
Aanhaalmomenten
Bedrading
Schroefmaat
Voedingskabel
Aardingsklemkabel
▪ De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet
langer zijn dan de andere draden.
8.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de BEV2-unit
OPMERKING
▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de
binnenkant van het servicedeksel).
▪ Voor instructies over de aansluiting van de optionele
apparatuur, zie de bij optionele apparatuur geleverde
montagehandleiding.
▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat
het servicedeksel nadien weer goed kan worden
aangebracht.
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten
afzonderlijk worden gehouden. Beide bedradingen moeten ALTIJD
op minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele
elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel
van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en
de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Sluit de transmissiekabel aan:
▪ Neem de transmissiekabel uit de accessoires van de
binnenunit en steek de kabel door het frame van beide units.
▪ Verwijder de jumper van connector X70A op de printplaat
van de binnenunit en sluit de transmissiekabel aan op
connector X70A.
▪ Sluit de kabel aan op connector X2A op de printplaat van de
BEV-unit.
▪ Maak de kabel vast met een kleine kabelbinder (accessoire).
3 Sluit de voedingskabel aan:
▪ Neem de voedingskabel uit de accessoires van de
binnenunit en steek de kabel door het frame van beide units.
▪ Sluit het uiteinde van de kabel met faston-connectors aan de
klem van de binnenunit.
▪ Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op de
klem van de BEV2-unit.
▪ Maak de kabel vast met een kleine kabelbinder (accessoire)
4 Breng het servicedeksel weer aan.
Aansluiting op de binnenunit
a
b
X70A
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
Aanhaalmoment
(N•m)
M4
1,18~1,44
M4
1,52~1,86
c
d
e
f
a
Doorvoeropening transmissiekabel
b
Transmissiekabel (accessoire binnenunit)
c
Jumper
d
Connector X70A
e
Faston-connector
f
Doorvoeropening voedingskabel
g
Voedingskabel
Aansluiting op de BEV2-unit
c
d
a
c
a
Transmissiekabel
b
Voedingskabel
c
Kabelbinder (accessoire)
d
Doorvoeropening kabel
e
Connector X2A
f
Voedingsaansluiting
g
Aarding
Voorbeeld van bedrading
Control box
IN/D
OUT/D
F1 F2 F1 F2
b
P1 P2 F1 F2 T1 T2
d
P1 P2
a
Besturingskast buitenunit
b
Binnenunit
c
BEV2-unit
d
Gebruikersinterface
9
Inbedrijfstelling
g
WAARSCHUWING
Controleer of het servicedeksel gesloten is na het voltooien
van de installatie van de binnenunit, de BEV2-unit en de
buitenunit.
INFORMATIE
Zie
de
montagehandleidingen
buitenunits voor de inbedrijfstelling van het systeem.
e
g
f
d
a
L
N
c
X70A
L
N
X2A
L
N
van
de
CO₂ Conveni-Pack: BEV2-unit
4P677928-1A – 2022.01
c
b c
binnen-
en
BEV2N-A