Onderhoud
Leidingen vacuümdrogen
Gebruik alleen het speciale gereedschap voor het koelmiddel R-410A om het binnendringen van vreemde deeltjes te
voorkomen en om de interne druk op te vangen.
Gebruik een vacuümpomp die een waarde van -100,7 kPa (5 Torr) kan bereiken.
Gebruik de vacuümpomp met de terugslagklep om te voorkomen dat er olie van de pomp terugstroomt wanneer de
vacuümpomp wordt gestopt.
Wanneer u de luchtdichtheid test en vacuümdroogt, gebruik dan de vulpoort op het product.
Sluit de manometer aan op de vulpoort
Gebruik een vacuümpomp voor het
vacuümdrogen
Wanneer de vacuümmeter een vacuümdruk
van minder dan -100,7 kPa (5 Torr)
aangeeft, vacuümdroogt u de leiding voor
meer dan 1 uur en sluit u de klep.
Controleer nadat de vacuümpomp is
gestopt of er gedurende een uur een druk
van -100,7 kPa (5 Torr) gehandhaafd blijft.
Meer dan -100,7 kPa (5 Torr)
Nee
Koelmiddel vullen
VOORZICHTIG
Als de druk binnen een uur stijgt, blijft er water in de leiding staan of is er een lek.
Wanneer de omgevingstemperatuur van de vacuümleiding laag is (lager dan 0 °C), blijft er vocht in de leiding achter.
Besteed daarom met name in de winter extra aandacht aan de afdichting van de leiding.
82
Nederlands
Bij het installeren van producten in een module sluit u de manometer aan
op elke vulpoort.
Zorg dat er een keerklep is geïnstalleerd om te voorkomen dat er olie van
de pomp in de leiding stroomt.
De vacuümdruk moet worden gecontroleerd met de vacuümmeter.
Controleren op lekkage
Ja
Vacuümdestructie
Voeg onder een druk van 0,05 MPa
stikstofgas aan de leiding toe.
U kunt de leiding vervolgens weer
vacuümdrogen
Nee
Drukverhoging
Ja