Maaipatroon bepalen
Als u het voorgestelde maaipatroon volgt, vermindert u
het risico dat u met de machine over het snoer rijdt, en
zal het snoer niet onnodig slijten. Zorg ervoor dat het
elektriciteitssnoer niet rond bomen, struiken en andere
obstakels wordt gewikkeld.
Begin met maaien bij de elektrische voedingsbron. Maai heen
en weer en geleidelijk aan steeds verder van de voedingsbron
(Figuur
8).
G019210
De motor starten
WAARSCHUWING
Laat de motor volledig tot stilstand komen voordat
u hem start. Indien u dit niet doet, kunt u de motor
beschadigen en onveilig maken.
1. Sluit het verlengsnoer aan op de machine (indien van
toepassing).
2. Steek het ene uiteinde van het snoer in een gewoon
stopcontact.
3. Druk op de knop op de rechterkant van de handgreep
en houd deze ingedrukt
4. Terwijl u de knop ingedrukt houdt, drukt u de
bedieningsstang tegen de handgreep
Figuur 8
(Figuur
9).
g015053
Figuur 9
(Figuur
10).
5. Houd de bedieningsstang tegen de handgreep en laat
de knop los
(Figuur
g015055
De motor afzetten
1. Zet de bedieningsstang vrij
g015056
2. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat.
7
g015054
Figuur 10
11).
Figuur 11
(Figuur
12).
Figuur 12