Als de ondervraging slaagt, geeft de OMNI Smart Programmer-applicatie het
bericht 'Interrogation OK' (ondervraging OK) weer. Het model van het apparaat,
het serienummer, de huidige status van de cardiale-contractiliteitsmodulatie-
therapie en het huidige batterijlaadniveau van de OPTIMIZER Smart IPG die wordt
ondervraagd, verschijnen op de apparatuurbalk van het scherm van de Programmer.
Als de Programmer Wand echter niet goed boven de implantatieplaats is
gepositioneerd, is het mogelijk dat de ondervragingshandeling mislukt. Als de
communicatie mislukt, geeft de Programmer het bericht 'Interrogation Error'
(ondervragingsfout) weer samen met de opties Retry (opnieuw proberen)
en Cancel (annuleren).
Retry (opnieuw proberen) kan worden uitgevoerd door de Programmer Wand
opnieuw te positioneren en de knop Retry (opnieuw proberen) te selecteren of
door op de knop Interrogate (ondervragen) op de Programmer Wand te drukken.
4.3
Modificeren van parameterwaarden
Parameterwaarden worden gevonden op de balk voor parameters en de balk voor follow-up
en kunnen worden bekeken en gemodificeerd door een van de tabs op deze balken
te selecteren en vervolgens een van de parameters op het paneel te kiezen.
Modificeer een parameterwaarde als volgt:
• Selecteer de tab waar de parameter die gemodificeerd moet worden, verschijnt.
• Selecteer de parameterwaarde die gemodificeerd moet worden. Er verschijnt een
venster met alle waarden die mogelijk zijn.
• Selecteer de nieuwe waarde uit de lijst. Deze waarde wordt de nieuwe
parameterwaarde.
• Voor het activeren/deactiveren van parameters worden selectievakjes gebruikt.
Een vinkje () duidt aan dat de optie geselecteerd is. Om de optie te veranderen,
selecteert u het vakje links van de naam van de parameter.
Als de instelling van een parameterwaarde niet van toepassing is vanwege andere
geselecteerde parameters, wordt de waarde ervan niet weergegeven.
NB: Parameterwaarden die op het scherm van de programmer worden weergegeven,
worden niet overgebracht naar de IPG totdat de opdracht Program (programmeren)
wordt gegeven.
NB: Het is niet nodig om de Programmer Wand boven de OPTIMIZER Smart IPG
te houden terwijl de parameters op het scherm van de programmer worden gemodificeerd.
Wanneer de gemodificeerde parameter klaar is om in het apparaat te worden
geprogrammeerd, moet worden gezorgd dat de Programmer Wand op juiste wijze boven
de implantatieplaats worden gehouden en moet vervolgens de opdracht Program
(programmeren) worden gegeven.
94