Verhelpen van storingen
Als er tijdens het gebruik van uw minidisc-
recorder iets mis gaat, loopt u dan deze
controlelijst even door. Als het probleem aan de
hand van de volgende aanwijzingen niet te
verhelpen is, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
De minidisc-recorder werkt niet of
functioneert niet naar behoren.
• De minidisc is vuil of beschadigd. Vervang de
minidisc.
• Wanneer u de minidisc-recorder via uw
personal computer bedient, werkt alleen de
?/1 aan/uit-schakelaar.
Afspelen van minidiscs is niet mogelijk.
• Er is vocht binnenin het apparaat
gecondenseerd. Verwijder de minidisc en laat
de minidisc-recorder enkele uren in een
warme omgeving staan tot het condensvocht
verdampt is.
• Het apparaat is niet ingeschakeld. Druk op de
?/1 schakelaar om het apparaat in te
schakelen.
• De minidisc-recorder is niet juist op de
versterker aangesloten. Controleer de
aansluitingen.
• De disc is verkeerd in de houder gestoken.
Schuif de minidisc met de labelkant naar
boven en de pijl naar het apparaat wijzend, in
de disc-houder.
• De minidisc bevat geen opnamen. Vervang de
minidisc door een andere waarop opnamen
staan.
Storende bijgeluiden in de
geluidsweergave.
• Krachtig magnetisme van een TV-toestel of
een ander apparaat veroorzaakt storingen in
de werking van de minidisc-recorder. Plaats
de minidisc-recorder verder uit de buurt van
apparatuur die elektromagnetische storing kan
veroorzaken.
46
Opnemen is niet mogelijk.
• De minidisc is tegen abusievelijk wissen
beveiligd. Schuif het wispreventienokje dicht.
• De minidisc-recorder is niet goed op de
geluidsbron aangesloten. Controleer de
aansluitingen.
• Controleer of de INPUT schakelaar op de
juiste geluidsbron is ingesteld.
• Het opnameniveau is niet goed ingesteld. Stel
het opnameniveau correct in.
• Er is een voorbespeelde minidisc geplaatst.
Vervang de disc door een opname-minidisc.
• Er is niet genoeg opnametijd meer over op de
disc. Vervang de disc door een andere
opname-minidisc waarop geen of minder
materiaal is opgenomen, of wis overbodige
opnamen van de minidisc.
• Er heeft zich een stroomonderbreking
voorgedaan, of de netspanningsadapter is uit
het stopcontact geraakt. Mogelijk is
informatie die op de disc was opgenomen
verloren gegaan. Maak de opnamen opnieuw.
Er verschijnt afwisselend een melding en
een foutcode van een letter en twee of vier
cijfers in het uitleesvenster.
• De zelfdiagnosefunctie maakt u attent op een
storing. Zie de tabel op blz. 51.
Opmerking
Als de minidisc-recorder nog steeds niet naar behoren
werkt, alhoewel de bovenstaande aanwijzingen zijn
opgevolgd: Schakel de minidisc-recorder uit, trek de
stekker van de netspanningsadapter uit het
stopcontact en sluit de netspanningsadapter dan weer
op het stopcontact aan.