■ Selecteren van het pedaaltype
U kunt de FUNCTION-parameter
om een van de onderstaande instellingen te selecteren.
Selecteer deze
instelling
Voor aansluiten van dit type pedaal:
(getoonde
instellingsnaam):
SW
Schakelaartype pedaal (CASIO
aanhoudpedaal)
Exp.Type1
Expressiepedaal met polariteittype 1
(zie de onderstaande afbeelding)
Exp.Type2
Expressiepedaal met polariteittype 2
(zie de onderstaande afbeelding)
• Het polariteittype van het expressiepedaal hangt af van de
fabrikant. Wanneer een expressiepedaal wordt
aangesloten, selecteert u "Exp.Type1" of "Exp.Type2"
overeenkomstig het polariteittype van het pedaal.
• Zie
"Functie-instellingen maken
(pagina NL-53) voor informatie over de FUNCTION-
parameters.
42
("Pedal Type") gebruiken
(FUNCTION-modus)"
■ Selecteren van de pedaalfunctie
U kunt de FUNCTION-parameter
gebruiken om een van de onderstaande instellingen te
selecteren. De instellingen vanaf "Expression" tot "Layer
Balance" zijn instellingen voor een expressiepedaal en de
instellingen vanaf "Sustain" tot "Fill-in" zijn instellingen voor
een schakelaartype pedaal (CASIO aanhoudpedaal).
Selecteer deze
instelling
Voor toewijzen van deze functie aan
(getoonde
het pedaal:
instellingsnaam):
Expression
Expressieregeling (wijzigen MIDI-
regeling 11)
Master Volume
Totale volumeniveauregeling van
Digitale Piano
Tempo
Temporegeling
Layer Balance
Balansregeling voor volumeniveau van
Upper1 gedeelte en Upper2 gedeelte
Sustain
Sostenuto
Hetzelfde als "Sustain" t/m "Fill-in"
Soft
onder
het pedaal aangesloten op de DAMPER
Arpeggio Hold
PEDAL-aansluiting" (pagina NL-7).
Play/Stop
Fill-in
• Zie
"Functie-instellingen maken
(pagina NL-53) voor informatie over de FUNCTION-
parameters.
■ Kalibreren van het expressiepedaal
Voer de volgende kalibratieprocedure uit wanneer een
expressiepedaal voor de eerste maal op de
dl EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting wordt
aangesloten.
1.
Sluit het expressiepedaal op de
dl EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting
aan.
2.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
"[FUNCTION]" op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om
"PEDAL/WHEEL" weer te geven en tip dan
bm ENTER aan.
4.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om "EXP/
ASGN PEDAL" weer te geven en tip dan
bm ENTER aan.
5.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om "Exp
Calibration" weer te geven en tip dan
bm ENTER aan.
"Sure?" verschijnt. Als u besluit om de bediening te
annuleren, tipt u nu bk – aan.
Overzicht en instellingen
43
("Pedal Target")
"Veranderen van de functie van
(FUNCTION-modus)"
NL-9