Opnieuw verbinding maken
De camera kan opnieuw verbinding maken met een Wi-Fi-functie
waarvoor de verbindingsinstellingen al zijn vastgelegd.
136
Selecteer [Communicatie-
1
instellingen].
Selecteer op het tabblad [54] de optie
[Communicatie-instellingen] en
druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Ingebouwde
2
draadloze inst.].
Selecteer [Wi-Fi-functie].
3
Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen]
en selecteer vervolgens [Wi-Fi-
functie] (pag. 20).
Selecteer de Wi-Fi-functie waarmee
4
u verbinding wilt maken.
Gebruik <5> of <9> om een item te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Wanneer u [w] selecteert, wordt er een
selectiescherm voor webservices
weergegeven. Afhankelijk van de
geselecteerde webservice wordt het
scherm [Verzenden naar]
weergegeven. Selecteer de webservice
waarmee u verbinding wilt maken en de
bestemming.
Selecteer [Verbinden].
5
Wanneer er instellingen voor meerdere
verbindingsdoelen zijn vastgelegd,
selecteert u [Kies instell.], het
verbindingsdoel en brengt u de
verbinding tot stand.
Selecteer [OK] in het
bevestigingsvenster.