8
Plaats één onbedrukte schijf in houder 1 en klik op [Bevest.].
Vervolgens herhaalt u stap 6 t/m 8 totdat de lijnen aan de bovenzijde, onderzijde, linkerzijde en rechterzijde
gelijkmatig op de schijf worden afgedrukt.
9
Klik op [Voltooien].
Als u de correctie na de eerste aanpassing opnieuw uitvoert, wordt de afdrukpositie
aangepast op basis van de nieuwe correctiewaarde en de waarde van de eerste
aanpassing. Als u de correctiewaarde van de eerste aanpassing wilt wissen, selecteert
u [Reset] en klikt u op [Voltooien].
Als u de afdrukpositie met bovenstaande stappen hebt aangepast en het label nog
steeds niet centraal op de schijf wordt afgedrukt, zit het probleem waarschijnlijk in de
labeltoepassing.
Onderhoud
147