Bedieningspaneel
1
2
3
1
Aan/uit-lampje
Dit lampje knippert en gaat vervolgens branden als het apparaat wordt ingeschakeld.
2
Het lampje BUSY
Dit lampje knippert als er een taak
3
Het lampje ERROR
Dit lampje knippert en gaat vervolgens branden als er een fout optreedt.
4
Lcd-display
Op het lcd-display worden de menu's en de berichten weergegeven.
5
De knop EJECT
Gebruik deze knop niet in de standaardmodus, de modus voor externe uitvoer en de
batchmodus.
6
De knop
Hiermee bevestigt u uw selectie en wordt de taak gestart.
De knoppen ▲/▼
7
Met deze knoppen kunt u door de menu's bladeren.
8
De knop CANCEL
Met deze knop annuleert u uw selectie.
/
9
knoppen
Gebruik deze knoppen om de cursor te verplaatsen tijdens het invoeren van het IP-adres.
10
De knop MENU
Hiermee geeft u het hoofdmenu weer.
*
Taak: De functie die door het apparaat wordt uitgevoerd, zoals het schrijven of afdrukken van
gegevens
Namen en functies van de onderdelen
10
4
5
*
wordt verwerkt of als er een taak wordt ontvangen.
9
8
7
6
15