6.0 ONDERHOUD
De controller zelf vereist erg weinig onderhoud. Veeg schoon met een vochtige doek. De controller niet afsproeien als
de klep van de behuizing niet gesloten en vergrendeld is.
6.1
Vervangen van de zekering
OPGELET: Verbreek de verbinding met de elektrische voeding voordat u het frontpaneel opent!
Modellen met een vermogensrelais zijn uitgerust met een zekering om de controller te beveiligen tegen aan het relais
verbonden apparaten die te veel stroom trekken. De zekering bevindt zich op de printplaat aan de achterzijde van de
controllerbehuizing, onder de doorzichtige kap. (Zie figuur 5.) Haal de oude zekering voorzichtig uit de houder en werp
ze weg. Druk de nieuwe zekering in de houder, zet de doorzichtige kap weer op haar plaats, bevestig het frontpaneel van
de controller en zet toestel weer onder spanning.
Waarschuwing: Het gebruik van niet-goedgekeurde zekeringen kan de veiligheidsgoedkeuringen in het gedrang brengen.
De specificaties zijn hieronder weergegeven. Om te verzekeren dat productveiligheidscertificaties behouden blijven, is het
aanbevolen een Walchem-zekering te gebruiken.
7.0 PROBLEEMWIJZER
OPGELET: Verbreek de verbinding met de elektrische voeding voordat u het frontpaneel opent!
Storingen opsporen en het repareren van een defecte controller zijn taken die alleen door daartoe bevoegd personeel
mogen worden uitgevoerd. Hierbij moet met de nodige voorzichtigheid te werk worden gegaan om de veiligheid te
verzekeren en onnodige bijkomende schade te beperken. Neem contact op met de fabrikant.
7.1
Kalibratiefout
Kalibraties mislukken als de aanpassingen aan de waarden buiten het normale bereik vallen voor een naar behoren
werkend systeem. Zie de bedieningshandleiding voor nadere informatie over de specifieke sensor die wordt gebruikt.
7.1.1
Contactgeleidbaarheidssensoren
De kalibratie mislukt als de aanpassing van de versterking ("gain") buiten het bereik 0,5 – 1,5 ligt.
Mogelijke oorzaak
Vuile elektrode
Fout in de bedrading tussen de sensor en de controller Corrigeer de bedrading
Verkeerde celconstante ingegeven
Onjuiste temperatuur uitgelezen of ingesteld
Onjuiste instelling van kabellengte of kabelkaliber
Defecte elektrode
F1 Zekering
5 × 20 mm, 6,3A, 250V
Walchem P/N
102834
Correctieve maatregelen
Reinig de elektrode
Programmeer de celconstante op de waarde die
overeenkomt met de gebruikte elektrode
Zorg dat de temperatuurgegevens correct zijn
Stel de juiste waarden in
Vervang de elektrode
57