7
Controleer of <2. IP
ADDRES> (IP-ADRES)
wordt weergegeven en
druk vervolgens op [OK].
13
Zet het apparaat uit
met de knop rechts,
en schakel het
apparaat weer in.
8
Voer met de numerieke
toetsen het IP-adres in
en druk dan op [OK].
Ex.
I P
A D D R E S S
0 0 0 . 0 0 0 . 0 0 0 . 0 0 0
OPMERKING
Als u documenten wilt verzenden
via e-mail en I-fax, geeft u de
instellingen voor E-MAIL/I-FAX op.
(Zie hoofdstuk 3 "Netwerk" in de
Uitgebreide gebruikershandleiding.)
9
Controleer of
<3. SUBNET MASK>
wordt weergegeven en
druk vervolgens op [OK].
24