3
Elektrische aansluitingen
3.1
Installatie voorbereiden
•
Sluit de kabels aan volgens de lokale installatiewetgeving en -voorschriften.
•
Zorg er, voordat u de kabels aansluit, voor dat de DC-schakelaar op de SUN2000 en alle
schakelaars die zijn aangesloten op de SUN2000, zijn uitgeschakeld. Anders kan de hoge
spanning van de SUN2000 leiden tot elektrische schokken.
Nr. Item
1
Aardingskabel
2
AC-uitgangskabel
3
DC-ingangskabel
(Optioneel) RS485-
communicatiekabel
(gebruikt voor
cascadeschakeling van
4
omvormers of voor
aansluiting op de
RS485-signaalpoort
van de SmartLogger)
(Optioneel) RS485-
communicatiekabel
(gebruikt voor
aansluiting op de
5
RS485-signaalpoort op
apparaten zoals de
Smart Power Sensor
en het energie-
opslagapparaat)
(Optioneel)
6
Signaalkabel voor
netplanning
Type
Eenaderige koperen kabel
voor buitengebruik
Koperen kabel voor
buitengebruik
Standaard PV-kabel voor
buitengebruik (aanbevolen
model: PV1-F)
Afgeschermde getwiste
tweeaderige kabel met
twee kernen voor
buitengebruik
Afgeschermde getwiste
tweeaderige kabel met
twee kernen voor
buitengebruik
Vijfaderige kabel voor
buitengebruik
4
Specificaties
Dwarsdoorsnede ≥ 4 mm
•
Dwarsdoorsnede geleider: 4–6 mm
•
Kabelbuitendiameter: 10-21 mm
•
Dwarsdoorsnede geleider: 4–6 mm
•
Kabelbuitendiameter: 4,5-7,8 mm
•
Dwarsdoorsnede geleider: 0,2–1 mm
•
Kabelbuitendiameter: 4-11 mm
•
Dwarsdoorsnede geleider: 0,2–1 mm
Opmerking: Als apparaten zoals de
Smart Power Sensor en het energie-
opslagapparaat beide op de
omvormer zijn aangesloten, gebruik
2
dan 0,2-0,5 mm
kabels.
•
Kabelbuitendiameter: 4-11 mm
•
Dwarsdoorsnede geleider: 0,2–1 mm
•
Kabelbuitendiameter: 4-11 mm
2
2
2
2
2
2