Installatie- en gebruikershandleiding
8
Controle van de functies
8.1
Controle van de systeemstatus
Voor de controle van de systeemstatus wordt gebruik gemaakt van een status LED (pos 5, Figuur 3).
Kleur led: groen.
1. Eenmaal per twee seconde (1 seconde aan, 1 seconde uit) gedurende maximaal een halve minuut:
opstarten, dit komt alleen voor indien UNILOG 300 weer onder spanning wordt gezet.
2. Een maal per seconde (0,5 seconde aan, 0,5 seconde uit): kritische fout, neem contact op met
Wigersma & Sikkema.
3. Eenmaal kort per 10 seconden: alle functies werken correct, datalog functies zijn gedeactiveerd;
toepassing als transparant modem.
4. Eenmaal kort per 5 seconden: alle functies werken correct, datalog functies zijn geactiveerd,
toepassing als datalogger of datalogger en transparant modem.
5. Tweemaal kort per 5 seconden: uitgevallen netvoeding en back up NiHM batterij raakt leeg.
6. Driemaal kort per 5 seconden: uitgevallen netvoeding en back up NiHM batterij is leeg, GSM-modem
is uitgeschakeld om batterijverbruik te sparen.
Figuur 7. Systeemstatus led functies
DDN3004MHNL/09-2017/Rev.7
UNILOG 300 N33/N34/N35
14