6.2 Slang monteren
6.2.1 Installatie bij pompen zonder zelfontluchting
Voorzichtig!
• Leg alle doseerleidingen mechanisch spanningsvrij en knikvrij aan!
• Bij het doseren van extreem agressieve of gevaarlijke media is een ontluchting
met retour naar de tank evenals een afsluitventiel aan pers- en zuigzijde
een noodzaak.
• Gebruik alleen de voor de betreffende slangdiameter bedoelde klemringen en
slangtulen om te garanderen dat de verbindingen stevig blijven vastzitten!
• Gebruik alleen originele slangen met voorgeschreven slangafmetingen en
wanddikte!
• De maximaal toelaatbare voordruk mag niet worden overschreden!
• Neem absoluut de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk van doseerpomp en
leidingsysteem in acht! (zie hoodfstuk 14)
Aanwijzing!
Leg de leidingen zodanig aan dat, indien nodig, pomp en doseerkop zijwaarts verwij-
derd kunnen worden!
Uitvoering
PP, PC, NP, TT
Slangleidingen aan kunststof ventielen monteren
•
Kort de slangeinden recht af.
•
Trek wartelmoer (2) en klemring (3) over de slang (1)
•
Schuif het slangeinde (1) tot aan de aanslag over de tule (4), rek dit indien nodig
iets op.
•
Let er op dat de O-ring (5) richting ventiel (6) zit
•
Plaats slang (1) met tule (4) op ventiel.
•
Klem slangaansluiting: trek de wartelmoer (2) vast en druk tegelijkertijd de
slang (1) ertegen.
•
Klem slangaansluiting bij: trek even aan de slang (1) die aan de doseerkop
bevestigd zit en draai vervolgens de wartelmoer (2) nogmaals vast.
1 slang
2 wartelmoer
3 klemring
4 tule
5 O-ring
6 ventiel
1 buis
2 wartelmoer
3 achterste
klemring
4 voorste
klemring
5 ventiel
9