Veiligheid
Gevarenzones
Resterende gevaren bij het ventiel en maatregelen
Gevaar
Verwondingsgevaar
Milieuschade
2.9
Gevarenzones
Let op de volgende aanwijzingen:
Afb.4
•
•
16
Oorzaak
Gevaar door bewegende en
scherpe onderdelen
Bedrijfsmiddelen met
milieugevaarlijke
eigenschappen
Bij functiestoringen moet u het ventiel buiten bedrijf stellen (loskoppelen van
stroom- en luchttoevoer) en beveiligen tegen hernieuwd gebruik.
Grijp bij schakelend ventiel nooit in het lantaarnstuk (9) of de ventielbehuizing
(402). De vingers kunnen afgekneld of geamputeerd worden.
Maatregel
Operator moet zorgvuldig en voorzichtig werken.
Bij alle werkzaamheden:
•
Geschikte werkkleding dragen.
•
Machine nooit gebruiken wanneer de afdekkingen niet
correct gemonteerd zijn.
•
Afdekkingen tijdens bedrijf nooit openen.
•
Nooit in de openingen grijpen.
Preventief in het gehele bereik van het ventiel beschermkleding
dragen:
•
Veiligheidshandschoenen
•
Veiligheidsschoenen
Bij alle werkzaamheden:
•
Smeerstoffen in geschikte opvangcontainers opvangen.
•
Smeerstoffen vakkundig afvoeren.
430BAL008331NL_6
28.02.2023