Elektrische installatie
4.3 Aansluiting netvoeding
LET OP
Bij 1 x 220-240 V moet de nuldraad moet worden
verbonden met klem N
en de fasedraad met klem
(L2)
L1
.
(L1)
Nr.
N
L1
Netspanning 1 x 220-240 V
(L2)
(L1)
(L3)
N
L1
Nr.
95
Aardverbinding
Tabel 4.1 Netvoeding voor 1 x 220-240 V
Nr.
N
L1
Netspanning 3 x 220-240 V
(L2)
(L1)
(L3)
L2
L1
L3
Nr.
95
Aardverbinding
Tabel 4.2 Netvoeding voor 3 x 220-240 V
Nr.
91
92
93
Netspanning 3 x 380-480 V
L1
L2
L3
Nr.
95
Aardverbinding
Tabel 4.3 Netvoeding voor 3 x 380-480 V
LET OP
Controleer of de netspanning overeenkomt met de
netspanning van de frequentieomvormer zoals
aangegeven op het typeplaatje.
VOORZICHTIG
400 V-eenheden met RFI-filters mogen niet worden
aangesloten op netvoedingen waarbij de spanning
tussen fase en aarde meer dan 300 V bedraagt. Voor IT-
net en geaarde driehoekschakeling mag de netspanning
tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 300 V. Eenheden
met typecode R5 (IT-net) kunnen worden aangesloten op
netvoedingen met maximaal 400 V tussen fase en aarde.
Zie hoofdstuk 7.2 Algemene specificaties voor de juiste
kabeldoorsnede. Zie tevens de sectie Galvanische scheiding
in de VLT® 2800 Design Guide voor meer informatie.
MG28M210
Snelgids
4.4 Motoraansluiting
Sluit de motor aan op de klemmen 96, 97, 98. Sluit aarde
aan op klem 99.
Zie hoofdstuk 7.2 Algemene specificaties voor de juiste
kabeldoorsnede.
Alle typen 3-fasige asynchrone standaardmotoren kunnen
op een frequentieomvormer worden aangesloten. Kleine
motoren worden gewoonlijk in ster geschakeld (230/400 V,
Δ/Y).
LET OP
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal moet een LC-
filter worden aangebracht op de uitgang van de
frequentieomvormer.
Afbeelding 4.7 Motoraansluiting
De draairichting is rechtsom op basis van de fabrieksin-
stelling.
De draairichting kan worden gewijzigd door 2 fasen op de
motorklemmen te verwisselen.
Danfoss A/S © Rev. 2014-05-08 Alle rechten voorbehouden.
4
4
11