IPv6 gebruiken
Uw printer ondersteunt bijna alle netwerkconnectiviteitsfuncties met IPv6, precies zoals met IPv4. Om volledig
gebruik te maken van IPv6, moet u mogelijk uw printer verbinden met een IPv6-netwerk waar zich IPv6-routers
en -servers in bevindt.
In de meeste IPv6-netwerken zal de printer zichzelf automatisch als volgt configureren en is er geen
gebruikersconfiguratie nodig:
1.
De printer wijst zichzelf een link-local IPv6-adres toe (dat start met "fe80::").
2.
De printer wijst zichzelf stateless IPv6-adressen toe zoals dit wordt aangegeven door de IPv6-routers in het
netwerk.
3.
Als er geen stateless IPv6-adressen kunnen worden toegewezen probeert de printer IPv6-adressen te
verkrijgen met DHCPv6. Dit gebeurt ook als de routers instructie geven om dit te doen.
De stateless- en DHCPv6 IPv6-adressen kunnen worden gebruikt om toegang te krijgen tot de printer en dit is
het geval in de meeste IPv6-netwerken.
Het link-local IPv6-adres werkt alleen in het lokale subnet. Het is ook mogelijk om toegang te krijgen tot de
printer met dit adres maar het wordt niet aangeraden.
Het is mogelijk om handmatig IPv6-adressen toe te wijzen aan de printer met het voorpaneel of de
geïntegreerde webserver. Het is ook mogelijk om de IPv6 in de printer volledig uit te schakelen. Het is echter niet
mogelijk om de IPv4 in de printer uit te schakelen en daarom is het niet mogelijk om de printer slechts als IPv6 te
configureren.
Opmerking:
adres.
Tip:
Het wordt aanbevolen om een naam toe aan de printer te geven. U kunt dit vanaf het voorpaneel of
(gemakkelijker) vanaf de geïntegreerde webserver doen.
Tip:
Het is meestal makkelijker om IPv4 te gebruiken tenzij u de IPv6 specifiek nodig hebt.
Microsoft Windows Vista, Microsoft Windows Server 2008 en latere versies van Windows en de nieuwe HP
Printing en Imaging-apparaten hebben standaard IPv6 ingeschakeld. Zie voor meer informatie over IPv6
http://h20000.www2.hp.com/bc/docs/support/SupportManual/c00840100/c00840100.pdf.
in op hoe naamresolutie een fundamentele rol kan spelen in Dual Stack-transitiemethodes. Met het algoritme
voor naamresolutie in Windows, bekent het document verschillende netwerkomgevingen en laat zien hoe de
introductie van routeerbare IPv6-adressen de netwerktoepassingen beïnvloedt. Ook wordt er in gesproken met
DHCPv6, SLAAC ende impact op DNS, en geeft een aantal aanbevelingen.
Sluit de printer aan op het internet
Als u verbinding wilt maken met het internet, gaat u naar het voorpaneel en tapt u
Connectivity > Network (Connectiviteit > Netwerk).
Een internetverbinding is vereist voor de verschillende printerfuncties die in deze handleiding worden
beschreven, zoals de geïntegreerde Webserver.
Installatie van RIP-software
Installeer de RIP-software volgens de instructies die bij de software zijn geleverd.
RIP-software gebruikt de volgende poorten voor printercommunicatie en taakinzending. U moet er dus voor
zorgen dat uw RIP-hostsysteem verbinding kan maken met deze poorten: 80, 8085, 8086, 8090, 9100.
36
Inleiding in hoofdstuk 1
Met typisch IPv6-gebruik heeft uw printer meerdere IPv6-adressen, maar heeft het maar één IPv4-
Dit document gaat
op , vervolgens op
DEWW