Buisverbinding losmaken
▶ Buizen door licht draaien uit elkaar trekken.
4.6
Afstandsmaten op het dak
4.6.1
Rookgasafvoer via het dak
Een afstand van 1 m tussen de uitmonding van de rookgasaccessoires en
het dakvlak is voldoende.
▶ De betreffende toepasselijke nationale en regionale voorschriften,
verordeningen en richtlijnen moeten worden opgevolgd.
Om de minimumafstanden boven het dak te verkrijgen, kan de buitenste
buis van de dakdoorvoer met rookgasaccessoires "mantelbuisverlen-
ging" tot 500 mm worden verlengd.
Plat dak
brandbare bouwstoffen niet-brandbare bouw-
X
≥ 1500 mm
Tabel 5
Afb. 3
Dakdoorvoer plat dak
Schuin dak
A
≥ 1000 mm
≤ 45°
Tabel 6
Condens 7000 F – 6720859491 (2022/10)
stoffen
≥ 500 mm
X
6 720 612 662-16.1O
Afb. 4
Dakdoorvoer schuin dak
De dakpannen voor schuine daken zijn geschikt voor dakhellingen tus-
sen 25° en 45°.
In de opstellingsruimte moet een ventilatie-opening naar de buitenat-
mosfeer aanwezig zijn. De minimale doorsnede (A
2
opening is 150 cm
of 2 × 75 cm
De verbrandingsluchtleiding wordt via een adapter met een buis
125 mm of 160 mm uitgevoerd.
Een montagevoorbeeld wordt getoond in afb. 24 op pagina 19.
4.7
Luchttoevoer/rookgasafvoer-leiding op de gevel met
basisaccessoires
De rookgasaccessoire kan op elke positie met rookgasaccessoires wor-
den uitgebreid. Ook kan de rookgasaccessoire inspectieopening wor-
den toegepast.
Een montagevoorbeeld wordt getoond in afb. 21 op pagina 15.
4.8
Rookgasafvoerbuis in schacht
4.8.1
Eisen aan bestaande schachten
Voor het installeren van de rookgasafvoerbuizen in bestaande schachten
de nationale voorschriften in acht nemen.
Voor de inbouw van rookgasafvoerbuizen zijn in de regel schachten van
niet-brandbare, vormbestendige bouwstoffen met brandvertraging van
minimaal 90 minuten geschikt.
Schachten voor rookgasafvoerbuizen mogen niet anders worden ge-
bruikt.
Montage-instructies
α
6 720 644 746-17.1O
) van de ventilatie-
min
2
.
7