6.1.2 Kabeldoorvoeringen
Kabeldoorvoeringen
(J) Kabeldoorvoer 1
(K) Kabeldoorvoer 2
(L) Kabeldoorvoer 3
Maximale doorsneden voor de kabelmiddendoorvoeringen
Kabeldoorvoeringen
1 (J)
2 (K)
3 (L)
Maximale doorsneden voor aansluiting op de klemmen van het
bedradingscentrum
Starre kabel [mm²]
0.75 – 1.50
6.1.3 Informatie over behuizing en aansluitingen
Open het deksel (D) door een schroevendraaier in de gleuf (C) te
steken en het deksel te verwijderen door het naar beneden en naar
buiten te trekken.
Om de bedradingsklemmen te openen, gebruikt u een geschikte
platte schroevendraaier om de klem in te drukken om te openen,
en los te laten om te sluiten.
K
Kabeldoorsnede [mm²]
> 5.2
> 8.2
> 3.2
Flexibele kabel met/zonder adereindhuls [mm]
0.75 – 1.50
D
7
L
J
C