2.7
Transport van de machine
2.7.3
Het laden van de machine met behulp
van een kraan
Voor het laden met een kraan is de machine uitgerust met hef-
beugels (1).
Gebruik een hijskraan met voldoende draagcapaciteit voor het
laden van de machine.
Bij het laden en uitladen van de machine of onderdelen ervan
moeten de relevante nationale voorschriften nageleefd worden.
Bij het laden van de machine dient er een andere per-
soon altijd aanwezig te zijn die aan de machine bediener
handsignalen geeft.
De lijst van handsignalen vindt u in het hoofdstuk 2.1.9.
Bij het laden en afladen de veiligheidsvoorschriften
naleven.
Gebruik een hijskraan met voldoende draagcapaciteit.
Gebruik geschikte en onbeschadigde takelage met vol-
doende draagcapaciteit.
De machine moet aan de hefbeugels (1) vastgemaakt
worden.
Het vastbinden van de machine bij het laden of uitla-
den kan slechts door een geschoold persoon uitgevoerd
worden.
Stap niet onder de opgehangen last.
Er mogen geen personen aanwezig zijn op de plaats van
het laden van de machine met een hijskraan. Veilige af-
stand bedraagt ten minste 5 m vanaf de te laden machine.
Vergrendel bij het laden van de machine met een kraan
de afwerkbalk in de bovenste positie met behulp van de
borgpennen.
116
1
1 300 kg
(2 866 lb)
Lmin = 2 m
(Lmin = 4,3 ft)
D451108
Lmin = 2 m
(Lmin = 4,3 ft)
451702
F80W