Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wandmontage; Installatie En Inbedrijfname; Installatie En Inbedrijfstelling; Benodigd Gereedschap - Jesco EASYPOOL SMART 02 Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

5. Installatie en inbedrijfname

5.1 Benodigd gereedschap

Voor het in bedrijf nemen van het meetwaterbord
is tenminste nodig:
Waterpas
Boormachine met 8 mm steenboor
Steeksleutelset 10-27 mm
Scherp mes
Schroevendraaier (ook kruiskop)
Inbussleutel 3 + 4 mm
Rolmaat of meetlint
Materiaal voor kabel- en slanggeleiding
Teflon tape

5.2 Wandmontage

Schroef de wandhouder van het meetbord af en
monteer deze aan de wand. De meegeleverde
schroeven zijn geschikt voor muurmontage. De linker
zijde van de wandhouder moet met behulp van een
waterpas loodrecht gericht worden. Hang het
meetbord hierna weer in de wandhouder en bevestig
het scharnier.
Bij de keuze van de montageplaats dient rekening
gehouden te worden met de volgende criteria:
De wand moet loodrecht en glad zijn
Het meetbord moet linksom kunnen draaien
De montagehoogte moet zo gekozen worden dat
de bediener de sensoren aan de bovenzijde
goed monteren kan. Bovenkant van het bord niet
hoger dan 1,70 m boven de grond plaatsen. Het
display van de regelaar zou zich op ooghoogte
van de bediener moeten komen.
Boven het meetbord moet voor wisseling van de
elektroden minstens 25 cm vrije ruimte zijn.
Onder het meetbord moet minstens 20 cm ruimte
worden vrijgehouden voor aanleg van slangen
Onder het meetbord mogen zich geen
vochtgevoelige delen bevinden
Een vochtbestendige stekkerdoos met continu
netvoeding mag max. 1,5 m van het bord
verwijderd zijn
Alle slangen en kabels moeten knikvrij
aangelegd worden
Slangen mogen niet langer dan 5 m zijn
Direct zonlicht of warmtestraling op het meetbord
moet vermeden worden
5.3 Elektrische aansluiting
Werken aan de elektrische installatie mag alleen
door geautoriseerde en gekwalificeerde
elektravakmensen te worden uitgevoerd.
Fabrieksmatig zijn de interne elektrische
aansluitingen verzorgd. Het apparaat is van een
stekker voorzien. De stekkerdoos moet met max 5A
gezekerd zijn.
AANWIJZING!
Het apparaat moet op de netspanning
worden aangesloten. De logische
aansluiting met de filterspoeling gebeurt
over een stuurcontact. Bij waterstilstand
onderbreekt de regelaar de dosering
zelfstandig.
LET OP!
Alle installatiewerkzaamheden aan
elektrische aansluitingen moet in
spanningsvrije toestand gebeuren.
Voor andere aansluitingen volgt u de
apparaatbeschrijving voor de regelaar.

5.4 Waterzijdige aansluiting

LET OP!
Schakel voor het werken aan leidingen eerst
de circulatiepomp uit. Sluit de afsluiters voor
en na de installatieplaats. Voorkom vroegtijdig
inschakelen van het systeem.
Fig 5.4.1 Aansluitpunten in zwembadsysteem
1.
Meetwaterpunt
2.
Terugvoering in buffertank
2a. Bij installatie zonder buffertank
3.
Injectiepunt voor pH correctiemiddel
4.
Injectiepunt voor desinfectiemiddel
Het meetwaterpunt bevindt zicht tussen de
circulatiepump en het filter. De uitgang van het
meetbord wordt naar de buffertank of (bij
systemen zonder buffertank) voor de filterpomp
in het systeem geleidt.
De injectiestukken voor desinfectie en pH
correctiemidel worden in de leiding tussen de
filterinstallatie en toeloopleiding naar het
zwembad gemonteerd. Wanneer de desinfectie
door een Doorstroom-electrolyse systeem
geleverd wordt, moet de zuurdosering voor de
electrolysecel gemonteerd worden.
26

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave