7. Onderhoud en Service
Het meetbord is volgens de hoogste
kwaliteitsmaatstaven gefabriceerd met lange
gebruiksduur. Enkele delen zijn gevoelig voor
chemische en mechanische aantasting. Voor een
gegarandeerde lange levensduur moet
regelmatig visuele controle plaatsvinden.
Preventief onderhoud beschermt tegen
onverwachte bedrijfsonderbrekingen.
7.1 Regelmatige controle
Regelmatige controle heeft betrekking op het
wisselen van lege chemicaliën vaten en bijv.
maandelijks kalibreren van de pH- en Redox-
meting en chloormeting.
AANWIJZING!
De levensduur van de glaselektrode is
afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden
en watereigenschappen (bijv. agressiviteit,
vervuiling, vetten enz.). Normale standtijd
is ca. 12.....15 maanden, waarbij de
opslagtijd ongeveer 50% meegerekend
wordt.
7.2 Jaarlijks onderhoud
De frequentie van onderhoud is slechts
gedeeltelijk afhankelijk van de intensiteit van
gebruik. De chemische belasting begint al bij het
eerste mediumcontact.
Volgende arbeid moet uitgevoerd worden:
•
Visuele controle van alle delen
•
Reiniging van waterzijdige delen
•
Vervangen van de afdichtingen
•
Vervangen van de pompslangen
•
Onderhoud aan injectiestuk
•
Testen van de sensoren
Onderhoud van de chloormeetcel
De chloormeetcel wordt voor onderhoud uit
elkaar gehaald en optisch beoordeeld!
De platina elektrode moet een spiraal met
gelijkmatige afstand zijn en mag geen duidelijke
beschadigingen vertonen.
Aan de massieve koper- (of zilver-) elektrode zijn
lichte schuurplekken door de reinigingskogels
niet ondenkbaar. Oxideafzetting is te verwijderen
door schuren met een fijn zandschuurpapier (bijv.
korrel 800) op de met pijl aangegeven vlakken.
Fig.7.2.1 Chloormeetcel
Bij het samenbouwen van de chloormeetcel dient
gelet te worden op de glaskogels. Deze mogen
niet tussen het schroefdraad noch op de
afdichtvlakken van de O-ring liggen. De
klemschroeven voor de elektroden gevoelsmatig
aandraaien (Kunststof !).
7.3 Doorstroomcontact instellen
In het geval dat de stromingsbewaking niet naar
behoren schakelt, kan deze nieuw afgesteld
worden.
•
Voldoende meetwater laten doorstromen
•
Kabeldoorvoer losdraaien tot het contact met
de kabel zich laat bewegen
•
Contact zover erin schuiven tot de regelaar
een stoormelding aangeeft
•
Contact ca. 1 cm ophoog trekken. De
melding verdwijnt.
•
Kabeldoorvoer weer aandraaien
•
Functiecontrole door de afsluiter van de
meetwatertoevoer open en dicht te draaien.
31