FC 300 Bedieningshandleiding
Aansluiting relais
"
Voor het instellen van de relaisuitgang, zie
parametergroep 5-4* Relais.
Bediening van de mechanische rem
"
Bij hef-/dalingtoepassingen moet een elektromechanische rem bediend kunnen worden.
De rem wordt bediend met behulp van een relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27 en 29).
•
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij) gedurende de periode dat de frequentie-omvormer
•
de motor niet kan 'ondersteunen', bijvoorbeeld wanneer de belasting te groot is.
•
Selecteer Mechanical brake control (Mechanische rembesturing) in par. 5-4* of 5-3*
voor toepassingen met een elektromechanische rem.
De rem wordt vrijgemaakt als de motorstroom hoger is dan de ingestelde waarde in par. 2-20.
•
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager is dan de inschake-
•
lingsfrequentie van de rem, die is ingesteld in par. 2-21 of 2-22, en alleen als de
frequentie-omvormer een stopcommando uitvoert.
Als de frequentie-omvormer zich in de alarmmodus of een overspanningssituatie bevindt,
wordt de mechanische rem onmiddelijk ingeschakeld.
Aanwijzingen voor het installeren
MG.33.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Nr.
01 - 02
Maak (normaal open)
01 - 03
Verbreek (normaal gesloten)
04 - 05
Maak (normaal open)
04 - 06
Verbreek (normaal gesloten)
Klemmen voor aansluiten relais.
31