Aansluiting relais
Zie parameter 323 Relay output voor programmeren
van de relaisuitgang.
Nr. 01 - 02
1 - 2 maak (normaal open)
01 - 03
1 - 3 verbreek (normaal gesloten)
NB!:
De kabelmantel van het relais moet de eerste
rij stuurkaartklemmen bedekken - als dit
niet het geval is, kan de galvanische isolatie
(PELV) niet worden gehandhaafd. Max. diameter
van de kabel: 4 mm. Zie afbeelding.
Schakelaars 1-4
De dipswitch bevindt zich uitsluitend op de stuurkaart
voor Profibus DP communicatie.
De getoonde schakelpositie komt overeen
met de fabrieksinstelling.
Switches 1 en 2 worden gebruikt als kabelklem voor
een RS 485 interface. Als de frequentie-omvormer
de eerste of laatste unit in een bussysteem
is, moeten switches 1 en 2 op ON staan. Bij
de overige frequentie-omvormers moeten de
switches 1 en 2 op OFF staan.
Switches 3 en 4 hebben geen functie.
VLT Software Dialog
Aansluiting op klemmen 68-70 of
Sub D:
- PIN 3 GND
- PIN 8 P-RS 485
- PIN 9 N-RS 485
MG.28.A7.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 2800
Sub D-plug
Een LCP 2 bedieningseenheid kan worden
aangesloten op de Sub D-plug op de stuurkaart.
Bestelnummer: 175N0131.
LCP-besturingseenheden met bestelnummer
175Z0401 moeten niet worden aangesloten.
65