4.
Verwijder de lens en reinig de sensor.
5.
Beëindig het reinigen.
Zet de aan-uitschakelaar op <
Opmerking
Het wordt aanbevolen om accessoires voor aansluiting op een gewoon stopcontact
te gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar).
VOORZICHTIG
Tijdens het reinigen van de sensor mag u geen van de onderstaande
handelingen verrichten. Als de stroom wordt onderbroken, gaat de sluiter
dicht en wordt de reflexspiegel weer neergeklapt. Dit kan ertoe leiden dat de
beeldsensor, de sluitergordijnen en de reflexspiegel beschadigd raken.
• Zet de aan-uitschakelaar op <
• De accu verwijderen/plaatsen.
Beweeg de reflexspiegel niet met uw hand. Dit kan de spiegel beschadigen.
Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Reinig de sensor voorzichtig.
Gebruik een gewoon blaasbalg zonder borsteltje. Een borsteltje kan het oppervlak
van de sensor beschadigen.
Steek de blaasbalg niet verder dan de objectiefvatting in de camera. Als de stroom
wordt onderbroken, gaat de sluiter dicht en kunnen de sluitergordijnen of de
reflexspiegel beschadigd raken.
Gebruik nooit perslucht of -gas om de sensor schoon te maken. Perslucht kan de
sensor beschadigen en de gasnevel kan op de sensor bevriezen en deze
bekrassen.
Als het accuniveau laag wordt terwijl u de sensor reinigt, klinkt er een pieptoon als
waarschuwing. Stop het reinigen van de sensor.
Als er vuil blijft zitten dat niet met een blaasbalg kan worden verwijderd, kunt u de
sensor het beste door een Canon Service Center laten reinigen.
>.
>.
829